Frans Halsema
Gerard Cox & Frans Halsema & Adèle Bloemendaal - Sta op en wandel songtekst
Je score:
-Vrienden, broeders, zusters. Wat een blijde gezichten zijn we aan het einde van deze bijeenkomst om ons heen. Twee uur geleden zaten we hier bedrukt, belast en beladen en nu is er geloof en hoop. Is dat niet wonderbaar/ -Ja, dat is wonderbaar. De blijde boodschap is over ons gekomen. Waar het duister was, is het licht geworden. Velen van ons zijn genezen. Ledematen die waren verlamd, zijn weer gaan bewegen. Is dat niet wonderbaar? -Ja, dat is wonderbaar. Een nieuw leven heeft zich geopenbaard, het leven van het hiernumaals. Verleden is onze angst en zorg voor morgen of overmorgen of nog later. -Glorie, glorie -Ja, glorie, hallelujah -In velen van ons wil die vreugde zich uitzeggen. Wij moeten getuigen dat het een aard heeft. Misschien zijn er onder u nu die willen getuigen? -Amen. Ja, ik. -Een zuster die wil getuigen. Is dat niet wonderbaar -Ja, dat is wonderbaar. Mensen, ik was tot op heden een slechte vrouw. Nooit wilde ik uit. Altijd zat ik maar thuis met één boek of met één handwerkje. Ik beken het openlijk. Vaak ook keek ik naar de televisie. Ik schaam mijn eigen diep, maar nu gevoel ik mij opeens bevrijd en licht -Is dat niet wonderbaar -Ja, dat is wonderbaar -Ik ben gered -Amen -Voortaan zal ik elke avond daar staan. Als het niet naar het theater is, dan is het wel naar het bierhuis of een dansgelegenheid. Ik zal vanavond nog mijn breiwerkje uithalen en mijn televisie met een bijl vermorzelen -Is dat niet wonderbaar? -Ja, dat is wonderbaar -Amen -Hallelujah -Ik weet dat ook velen onder u het geluk deelachtig is geworden. Laten zij getuigen -Amen … -Of laat ons voor hun getuigen. Die broeder daar op de vijfde rij, ik ken hem. Altijd dronk hij melk, soms appelsap. Daarnet in de pauze reeds had hij vier glazen bier voor zich staan. Is dat niet wonderbier? -Ja, dat is wonderbaar. Of die broeder daar schuin achter. Altijd kwam hij hier met zijn vrouw. Hij is genezen. Nu zit hij daar met z’n vaste vriend. Is dat niet wonderbaar? -Hallelujah. Broeders, zusters, welke wonderen zijn aan ons hedenavond geschied. Wij kunnen nog niet uiteen gaan. Wij zullen eerst nog van onze nieuwe zekerheid getuigen in samenzang. -Ja, want dit is het leven. wij zijn ‘Achter het nieuws’, ‘Hier en nu’ en ‘Het brandpunt’. Dit hebben we vast -Dit hebben we vast. -Welk een vrije geluiden. We halen de luit erbij en de rinkelboom. Laat het hier schallen aan ’t einde van onze samenkomst Zo zijn we weer genezen Niemand van ons heeft pijn of zorgen meer Zo zijn we weer genezen Dankzij ons samenzijn Dus laat ons vrolijk wezen En draag de boodschap uit over heel de wereld Dus laat ons vrolijk wezen En laat ons vrolijk zijn Glorie, glorie, glorie, gloria Het leven is mooi bij een harmonica En voldoende alcoholica En wat liefde op z’n tijd Het zal vast mooi zijn in het hiernamaals Met die engelen en zo Maar zo lang hier nog zoveel bloot ligt Krijg je dat van ons kado ’t Blijft een gokkie van dat hiernamaals Want d’r kwam d’r nooit een terug Je moet pakken wat je maar kan pakken Pak je buurvrouw en vlug En is dat nou niet wonderbaar Die lach op uw gezicht En blijkt daaruit niet zonneklaar Hoezeer u bent gesticht En er is nog bier, bier Niet zover van hier Is dat bekend, in onze tent Is dat bekend, in onze tent En d’r is nog dope, dope, Om de hoek te koop Bij een voormalig delinquent -Laat de waarheid zegevieren En de travestiet en de homofiel Ze hebben allemaal een ziel En wie weet als wij ’t ook probeerden Of het ons dan niet beviel -Een homofiel is ook een mens En een bigamist en een souteneur Die doen ’t vaak buiten de deur En dat hoeft voor ons niet daag’lijks Maar het doorbreekt toch wel de sleur En wat doen we met een vrouw die nog gelooft Broeder Gerard legt z’n handen op d’r hoofd Broeder Frans kijkt in d’r ogen Met het diepste mededogen En het vuur van haar religie is gedoofd -Hé, broeder, zal ik eens even lekker redden? Morgenochtend is haar lichaam niet meer krank Niet meer krank Morgenochtend zit haar lichaam vol met drank Morgen zullen we d’r bevrijden En naar ‘t Zuiderbad geleiden En dan lazeren we d’r van de hoge plank Ja, ja, jongens daar achter is jenever, is jenever Ja, ja, jongens daar achter is jenever, is jenever des heils Want met een kruik aan je mond En een stuk in je kont Krijg je geen maaien En dan blijf je gezond Ja, ja, jongens daar achter is jenever, is jenever des heils O, er is nog zo veel leed, halleluja Daarvan hebben wij geen weet, halleluja O, waar moet de wereld heen, halleluja Ja, we nemen er nog één, halleluja Bordenwasser, bedelaars agent en predikant ruitentikker, tandarts modinette, fabrikant Kardinaal en kamerlid Student en protestant Draag de boodschap uit door ’t land Glorie, glorie, glorie, gloria Het leven is mooi bij een harmonica En voldoende alcoholica En wat liefde op z’n tijd Bedelaar, pianostemmer Hoer en socialist Glazenwasser, kunstenaar Behanger, journalist Metselaar en generaal Pastoor en trompettist Iedereen komt in z’n kist Takketakketaktam Tongelongtongelong Glorie, glorie, glorie, gloria Het leven is mooi bij een harmonica En voldoende alcoholica En wat liefde op z’n tijd Klotedibber, boerenlul Jan Zak en hoge piet Waterkijker, kruikenzeiker, snoeperd, parasiet nagelbijter, stoepenschijter Stoot en hypociet Zingen allemaal dit lied Glorie, glorie, glorie, gloria Het leven is mooi bij een harmonica En voldoende alcoholica En wat liefde op z’n tijd