Pas liep ik door de stad ik hoorde best veel mensen praten  /
Toen begreep ik wel hoe fijn het is , om ieder in zijn waarde te laten  .
Sommigen  mensen die praten wel deftig en heel perfekt  /
En anderen gelukkig nog wel in ons eigenste dialekt  .

Plapdrol , mouwerd , schijterd , kakdoos , peerdekont  /
Koekwous , janksmoel , dikke nek , bukkum , koeiestont  .
Wat is het toch fijn om gewoon  eens lekker oew eigen te zijn  /
Een lepeltje suiker is veel zoeter dan een hele fles azijn .

Ik zat op een terras en ik hoorde een vrouwke zeggen  /
Dit Brabantse gedoe is maar moeilijk om uit te leggen  .
Bij ons op de bridgeclub vinden wij dit maar boers gedoe /
Op ons nivaux passen wij dit taaltje echt niet toe  .

 Floere broek , zultkop . erpelneus , koeievlaai , ouwe zak /
Kriekensjam , leuzenkam , stom schaap , verwende aap , kouwe kak  .
Wat is het toch fijn om gewoon eens lekker oew eigen te zijn  /
Een lepeltje suiker is veel zoeter dan een hele fles azijn  .

Een hele sjieke dame dronk een kopje thee met een plakje cake  /
Ze keek niemand aan , ook al als je zo maar naar haar keek  .
Ik dacht die komt niet van hier toen ze zo benepen dee  /
De ober kreeg geen fooi wel opgetut kwam ze van de WC  .

Verwaande scheet , dikke reet , kakdoos , schijtert , trage rups  /
Peerdekont , gollypoap , kletkop , Janksmoel ,  frambozentups  .
Wat is het toch fijn om gewoon eens lekker oew eigen te zijn  /
Een lepeltje suiker is veel zoeter dan een hele fles azijn .