Flairck
Flairck - De heren van zes weken songtekst
Je score:
De dochters van de Zeedijk gaan meedogenloos voor de buit Ze kleden alle zeelui in een paar weken uit Er is liefde in de hoerenkasten, zuipen en klaverjassen De meiden strijken de vlag van de modderschuit De bemanning loenst met bloeddoorlopen ogen van de drank Een zeeman met een houten been loopt nuchter ook nog mank Het geld van drie jaar varen in een dag of wat verbrast Ze vinden heus het schip wel terug. . . op de tast Ik wens je wel thuis m'n vrind m'n vrind, ik wens je wel thuis m'n vrind Hier gaat Hollands trots aan boord, de beurzen platgestreken Het schuim van de natie, de Heren van Zes Weken De sjacheraars, de klerken, de zeelui, de piraten, De straatslijpers, de zwendelaars en godsdienstfanaten Gauwdieven en goochelaars, een legertje soldaten Schildpadkeerders, smokkelaars, nachtlopers en dobbelaars. Een kwakzalver met puisten en een trechter op z n kop Zij aan zij de loopplank op, een heleboel geschreeuw In naam. . . van de Nederlandse leeuw Daar gaat Adriaen Jacobsz de schipper naast God Zwarte kiel, zilten ziel, zeerot tot op het bot Stalen lever, door jenever, van zijn anker afgeslagen Hij doet niets anders dan de wolken najagen Jeronymus Cornelisz, onderkoopman, apotheker Een listig spreker, een donker silhouet Een zachte tred, ondoorzichtig als de mist Een onberekenbaar sujet, de alchimist.