Groot talent, heel geraffineerd
Temprament, en zozeer begeerd
Elke man, staart haar smachtend aan
En geraakt dan in de ban

Ook ik kan, niet bij haar vandaan
Want ze trekt alle mannen aan
Aan die vlam, kan geen mens weerstaan
Zegt al wie haar maar ziet gaan

Wat ben je mooi meid, ooh zo mooi
Zie je dan niet, dat ik al plooi
Wat ben je mooi meid, zo ontzettend mooi
Dat zelfs de koelste onder ons er ook van dooit

En ze doet, nochtans niets speciaal
Maar haar Bloed, is meteen fataal
Ook haar blik, verteld een verhaal
En dan gaat ze aan de haal

Neen, ik ben, geen opdringerig type
En ik kijk naar jou in ‘t geniep
Want ik weet, dat in deze tent
Elke vent hier met me denkt

Wat ben je mooi meid, ooh zo mooi
Zie je dan niet, dat ik al plooi
Wat ben je mooi meid, zo ontzettend mooi
Dat zelfs de koelste onder ons, er ook van dooit


Wat ben je mooi meid, ooh zo mooi
Zie je dan niet, dat ik al plooi
Wat ben je mooi meid, zo ontzettend mooi
Dat zelfs de koelste onder ons er ook van dooit
Dat zelfs de koelste onder ons er ook van dooit