Eduard Jacobs
Eduard Jacobs - Verzoekschrift van een oude moeder aan H. M. de Koningin songtekst
Je score:
O koninginne, luister naar mijn bede Het is een oude moeder die u smeekt Geloof me, ach ik heb zoveel geleden Dat mij van narigheid het harte breekt Mijn enig kind, m'n zoon, die arme jongen Die als het ware geen vlieg ooit kwaad kon doen Die zijn ze uit m'n woning komen halen Om als gevang'ne boete te gaan doen Wat er gebeurd is, lieve Wilhelmina Bij God, dat het-ie in z'n drift gedaan De meesterknecht zag op zaterdagavond M'n zoon z'n meissie op 'm wachten staan De kerel maakte het haar dikwijls lastig Maar 't hielp hem niet, al was-ie nog zo sterk En als-ie zich daarover wilde wreken Dan pestte die mijn jongen bij het werk En op dien avond heeft-ie Ka beledigd Hij schold 'r uit gewoon voor rotte vis Nou, als je daar als oude moeder bij staat Geloof me dat zoiets niet prettig is Hij was z'n eigen zelvers niet meer meester En toen, nou ja, toen heeft-ie het gedaan De arme jongen heeft er nou zo'n spijt van Dat-ie zo ver is in z'n drift gegaan 'k Ben overtuigd, ze hadden 't hem vergeven Al was het enkel en alleen om mij Ze zouden hem z'n vrijheid gaarne geven Maar 't recht dat moet zijn loop, zo meenden zij En daarom wend ik mij tot u, vorstinne U bent toch ook reeds moeder van een kind Ge kunt dus ook gemakkelijk begrijpen Hetgeen mijn moederhart nu ondervindt Ik ben een mens van tweeëntachtig jaren M'n grijze haren kreeg ik met fatsoen Ik smeek, wil daar rekening mee houden Als koningin kunt u d'r veel aan doen De meesterknecht is nou toch lang weer beter Die zit misschien nou thuis op z'n gemak M'n zoon z'n meissie leit nog in het gasthuis En de arme jongen, die zit in de bak En nou, vergeeft u wel die natte vlekken Het zijn de tranen van een oude vrouw Wilt ge misschien m'n leven nog wat rekken Och Willemien, kom toe, kom geef het nou Ik zweer u, dat het nooit weer zal gebeuren Ik geef vol hoop op uw portret een zoen De goede God vergeeft zo vaak de mensen Waarom zal het de mens de mens niet doen ?