Het nummer dat ik nu zingen ga 
Is geen cantate of aria 
Niet weergaloos in zijn logica 
En evenmin virtuoos 

Maar neem dit nummer niet al te licht 
Het is aantrekkelijk ingericht 
En prangend als een natuurgedicht 
Bijvoorbeeld van Willem Kloos 

Het is geschikt voor de mosselman
En diens volledige achterban 
Maar net zo goed voor de vrienden van 
De voorzitter van de soos 

Het maakt iets los bij de danseres 
De taalcursiste op avondles 
De spreekster op een partijcongres 
En dames in reisbureaux 

Men kan het voordragen aan een beek 
En in een tropische discotheek 
En op een winterse dag in Sneek 
En allerlei rotsplateaux

Het klinkt uitmuntend bij dageraad 
De huldiging van een heldendaad 
Het slotpleidooi van een advocaat 
En bij Sinterklaascadeaux 

Noteer daarom toch vooral dit lied 
Het wordt waarschijnlijk uw favoriet 
U kunt het beitelen in graniet 
Maar dat neemt een hele poos 

Dus heeft u minder geduld dan Job 
Neem dan een potlood en schrijf het op 
De achterkant van een enveloppe 
Dat duurt niet zo eindeloos 

‘Wat ben ik blij’, zegt hij nu spontaan 
‘Dat ik de radio aan had staan
Aldus heb ik weer iets opgedaan – 
Het lied van de abrikoos’