Dorus

Dorus - rijkswerkinrichting songtekst

Je score:

In m'n hoestbui op vier wielen
En de politie op m'n hielen
Rijd ik daag'lijks kiele kiele door 't verkeer
Niet bepaald als een heer
Maar meer als een wilde beer
Rij ik onvervaard de straten op en neer
En de verkeersagent bij ons op de hoek
Rij ik elke keer de vouwen uit z'n broek

Nou, m'n gabber Dollefie Zallevie is weer terug uit de rijkswerkinrichting.
En nou is dat op zichzelf wel een heilzaam instituut. Maar toch niet, zoals de naam zegt, een inrichting waar je je eigen rijk werkt. Want Dolf heeft bijvoorbeeld na drie maanden buffelen de somma van f 7,61 overgehouden
Nou zat Dolf daar niet voor zo'n heel zwaar vergrijp in die rijkswerkverschaffing, want hij had alleen maar een aktentas van een meneer gekregen die in de trein zat te slapen
En aangezien Dolf nogal goed van gedrag was en van huis uit tamelijk rijkswerkwillig mocht 'ie meehelpen met het aardappelrooien. Maar jammer genoeg is Dolf  niet zo heel agrarisch aangelegen zodat 'ie toen in z'n ijver in het
verkeerde veld is gaan zitten rooien. En toen is 'ie 's avonds thuis gekomen met een paard en wagen vol met suikerbieten. Waarop de rijkswerkdirecteur zei dat het heel lief was van Dolf maar dat suikerbieten niet meetelden. En toen moest
'ie alles weer terugbrengen en op z'n plaats zetten. Nou, dat heeft Dolf toen gedaan. En of het nou door de vermoeienissen kwam of door het bukken, ik weet het niet, maar de volgende dag had 'ie twee opgezette voeten. Ja, echt wat je noemt, goed doorvoedde voeten. En vanwege daarvan heeft 'ie ze eigen toen
op het ziekenrapport geslingerd en moest 'ie ze eigen melden bij, wat ze daar noemen, de rijkswerkdokter. En goed, hij komt daar binnenstappen en zegt tegen 'em: 
"Ik weet niet wat het is maar ik zie alles dubbel dokters."
Toen zie die dokter: "Blijf daar niet zo rijkswerkeloos staan en vertel me de verdere symptomen." "Nou", zei Dolf, "het eigenaardige feit doet zich voor as dat ik in de rijkswerkkantine een flesje limonade sta te drinken, dan
krijg ik steeds van die steken in m'n rechteroog." "Juist", zei die dokter, "dan moet je  beginnen om het rietje eerst uit het flesje te halen. Maar," zie 'ie, "je klaagde over je voeten. Laten we daar eerst maar eens aan gaan werken en
doe je mond open." Toen zei Dolf: "Voor m'n voeten, moet ik daar m'n mond voor open doen?" "Tsja, uiteindelijk is het zo," zei die dokter, "Ik onderzoek die dingen liever binnendoor want je weet nooit wat je onderweg tegen komt."
Goed, Dolf doet dus z'n manageklep open, en die dokter die werpt er een blik in. Ja, niet zo'n heel groot blik maar meer zo'n klein half litertje, weet je niet. En dat gaf toch zo'n raar geluid, weet je niet, zo hol he. En toen vroeg die dokter: "U gorgelt zeker met kopspijkertjes?" hij zei: "Ik zal maar beginnen met je veel vers fruit voor te schrijven, maar dan moet je dat wel met schil en al opeten vanwege de vitaminen." Toen zei Dolf: "Ik hou alleen maar van kokosnoten. Maar, dokter, zei Dolf, als ik u even vragen mag, benne mosselen ook gezond?" "Nou, ik zou het denken," zei die dokter, "want ik heb er nog nooit een op m'n spreekuur gehad. Maar apropos," zei die dokter toen weer "Meneer Dolf, als ik goed geinformeerd ben dan ziet u kans om in deze inrichting op illegale wijze aan drank te komme." Zei 'ie: "Vertel mij nou
eens  als man tegenover man, waarom doet u dat?" "Nou," zei Dolf, "dat doe ik alleen maar om m'n zorgen te verdrinken."  
"Ja, alles goed en wel," zei die dokter "maar volgens mijn gegevens doet u dat al uw leven lang. Benne die zorgen dan onder de hand nog niet verdronken?" "Dat is 't 'em nou juist," zei Dolf,"want ze hebben ondertussen leren zwemmen."
Nou, op dat moment komt (zeg luister nou effe). Op dat moment komt er een rijkswerkverpleegster naar binnen, en daar wier Dolf z'n aandacht toen van afgeleee. En toen ze weer weg was toen zee 'ie tegen die dokter:
"Allemensen dokter, wat heeft die vrouw een mooie ogen." "Allicht," zei die dokter,"want d'r man is oogarts."
Nou moet ik jullie d'r nog effe bij vertellen dat er bij Dolf in dat instituut nog een mede rijkswerkinrichter zat. En, die vrijer zat er al zo lang, die behoorde zo'n beetje tot de mede rijkswerkoprichters. Maar die had 't d'r dan ook naar gemaakt hoor. Ja, die knaap was eerst voor motte komme vanwege een grote diefstal. En de rechter die zee tegen 'm: "Geeft u toe dat u die honderdduizend gulden hebt gestolen?" Toen zei 'ie: "Nee edelachtbare, het spijt me ontzettend dat ik onschuldig ben." Dat was natuurlijk heel bijdehand geantwoord
 van 'm. Maar die rechters die benne ook niet van gisteren, want die hij had was zelfs van vijftig jaar geleden, en die lag 'm een poosje op de juridische pijnlijke bank. En gaandeweg het procede kwamen er nog een paar bezwaarlijke facturen naar voren. En toen bleek dat 'ie nog een valse mijneed gelegd had ook. Waarop gelijk die officier van juventute in het geding dook en er effe een bloemlezing weggaf over het feit hoe hij die inbraak zag. En vroeg toen:
"Geeft u toe dat u die inbraak gepleegd hebt op de manier zoals ik het zoeven uit elkaar gezet hebt?" "Nee," zei die verdachte, "maar ik zal er de volgende keer graag gebruik van maken."
Toen nam die rechter het kruisvuur weer over en riep: "U staat hier maar een eind in de ruimte te liegen want u is al meerdere malen vanwege de veelvuldige kamers veroordeeld, en als ik zo uw dossier hier eens bekijk dan heeft u niet bepaald een blanco kasregister. Om effe een kleinigheidje te noemen; Op
de zoveelste van de zoveelste hebt u een auto onrechtmatig van eigenaar doen verwisselen." "Ja," zei die verdachte, "maar dat was in een moment van zwakte." 
"Goh," zei die rechter, "dan neem je zeker in een moment van sterkte een autobus?"
Ja, jullie kunnen daar makkelijk om lachen maar gisterenavond toen werkte ik voor de ouwe van dagen en daar vertelde ik dat zelfde verhaal maar toen lachte d'r helemaal niemand. En toen zei ik: "Jullie lachen zeker morgen om die bak?" En toen riep d'r een heel oud mannetje op de eerste rij: "Nee, we hebben
er vijftig jaar geleden al om gelachen." 

In m'n hoestbui op vier wielen 
En de politie op m'n hielen 
Rijd ik daag'lijks kiele kiele door 't verkeer
Niet bepaald als een heer
Maar meer als een wilde beer
Rij ik onvervaard de straten op en neer
En de verkeersagent bij ons op de hoek
Rij ik elke keer de vouwen uit z'n broek


(c) Tom Manders
Vind dit lied op:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Auteur: ?

Componist: ?

Publisher: ?

Details:

Taal: Nederlands

Deel je mening

Dit formulier wordt beschermd door reCAPTCHA en de Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden zijn daarbij van toepassing.

0 Reacties gevonden