Dorus
Dorus - De drank songtekst
Je score:
Al dertig jaar lang had zijn vrouw met de aardappels zitten wachten, Om zes uur kwam hij van zijn werk, maar thuis kwam hij na achten Dan hoorde zij reeds op de trap hoeveel Jacob d’r weer had gedronken, Hij schrokte z’n prakkie gauw op en ging in zijn stoel zitten ronken Zij wist dat hij in de kroeg klaverjaste en moppen vertelde, Terwijl zij bij het karige licht, voor een hongerloon hemde verstelde Dan wierp zij een blik uit het raam en naar ‘t kind in het schamele bedje, Goot zuchtend de aardappels af en gunde die ploert ze verzetje De zoon van haar tweede mevrouw, een mislukte student in de rechte, Belaagde haar eer en haar deugd maar zij wist er tegen te vechten Zo leefde zij zuinig en kuis als Jacob ze dorst maar kon lessen, En zij betaalde de huur met het geld van de ledige flessen Hun dochtertje groeide als kool, een plaatje met twee zwarte vlechten, Zij leerde in armoe en leed het goede alleen nooit het slechte Zij was een ontluikende bloem te midden van sloppen en stegen, Toen kwam zij een keer op een feest een jonge kunstenaar tegen Hij was bij het variété en zag dat het meisje talent had, Hij leidde haar kosteloos op daar hij wist dat zijn leerling geen cent had Zij oogstte al spoedig succes werd door ieder op handen gedragen, Maar altijd ging ze bij de baas voor moeder een vrijkaartje vragen Na een jaar stond zij met haar artiest in het wit voor het altaar heel schuchter, De moeder zij plengde een traan, de vader was toen zelfs niet nuchter De bruidegom ging met zijn bruid voor een weekie naar Bergen aan zee toe, De moeder ging eenzaam naar huis want Jacob moest weer naar ‘t café toe Zij staarde verdwaasd uit het raam geen mens had haar nu meer nodig, Haar oogappel vond ‘t geluk, zij voelde zich zelf overbodig Toen heeft zij de ijzeren pan met de aardappels opgenomen En Jacob zag haar stomverbaasd voor het eerst in z’n stamcafé komen Zij kwakte de pan voor hem neer en riep: “Jacob luister eens even, ‘k Heb dertig jaar voor je gesloofd maar nou ga ik zelf eens leve” ‘k Heb al die tijd me geduld met moeite kunnen bewaren, Zie jij nou maar hoe je je redt, maar nou bestel ik ‘ns een keer een ouwe klare Onwennig bracht zij toen het glas met jenever aan haar lippen, En dronk het in ene teug leeg, in plaats van er aan te nippen Ze spuwde het vol walging weer uit of het glaasje met rattenkruid vol zat, Waarop hij zei: “En jij hebt steeds gedacht, dat ik hier dertig jaar lang voor me lol zat”