In een hoekje van de schoorsteen
Staan twee klompjes naast elkaar
Bij de foto van hun jochie
Van pas nauwelijks vier jaar
’t Zijn de allereerste klompjes
Die zijn moeder had gekocht
Toen hij op een zomermorgen
Met haar naar de stad toe mocht

Twee kleine klompjes zorgvuldig bewaard 
Blijven haar dierbaarste kleinood op aard
Als zij ernaar kijkt met een snik en een traan
Ziet ze in gedachten haar lieveling weer staan
Twee kleine klompjes, te samen een paar
Kunnen zo dikwijls een troost zijn voor haar
Want eenmaal, zij weet het 
Dan komt er een keer
Dan ziet ze haar lieveling weer

Mammie, vraagt een kleine peuter
Haar onschuldig, iedere dag
Mag ik één van broertjes klompjes
Voor een bootje met een vlag
Dan kan zij geen antwoord geven
En het ventje kijkt haar aan
’t Is alsof z’n oogjes vragen
Heb ik iets verkeerds gedaan

Twee kleine klompjes zorgvuldig bewaard
Blijven haar dierbaarste kleinood op aard
Als zij ernaar kijkt met een snik en een traan
Ziet ze in gedachten haar lieveling weer staan
Twee kleine klompjes, te samen een paar
Kunnen zo dikwijls een troost zijn voor haar
Want eenmaal, zij weet het 
Dan komt er een keer
Dan ziet ze haar lieveling weer

Twee kleine klompjes, te samen een paar
Kunnen zo dikwijls een troost zijn voor haar
Want eenmaal, zij weet het 
Dan komt er een keer
Dan ziet ze haar lieveling weer