Ontmoet mij zittend op een stoel
Het liefste aan een tafel
Zo mogelijk in een bruin café
Al lezend in het NRC
En laat mij wijn bestellen
Je van de druif vertellen
Al zittend op een stoel
Een stoel

Maar zeg mij niet om half twee
Net als de wijn verheldert
Net als een goed gesprek ontstaat
En ik over het leven praat
‘Pardon dat ik van stof verander
Maar ga je mee naar de Meander?’
Zeg mij dat niet om half twee
Oh nee

Want ik zit hier goed en wel
En het gaat al veel te snel
’t Is fijn dat jij de kans ziet
Maar ik dans niet
Ik dans niet
Ik dans niet

Ga met me mee naar huis
Als het café gaat sluiten
Ik ben geen vrouwenhater
En mijn huis ligt aan het water
Ik heb een zwarte kat
Dan drinken we nog wat
Kom met me mee naar huis
Naar huis

Maar pas op als je een plaat opzet
Nadat je eerder ademloos
Mijn boeken hebt bekeken
Van Dis tot aagje Deken
Toen viel voor mijn muziek
Van Bach tot Edvard Grieg
Pas op als je een plaat
Opzet

Want ook al vind je iets met swing
Ik zeg je vast één ding:
Al vind je een Japans lied
Ik dans niet
Ik dans niet
Ik dans niet

Het is het lot van bij mij horen
Dus ik zeg het van tevoren
We kunnen drinken tot de morgen
Zonder grote andere zorgen

Maar al blijf je het me vragen
En klinken ferme paukenslagen
Slikken we nochtans speed
Ik dans niet 
Ik dans niet
Ik dans niet