De zon staat in de Schorpioen, het asfalt is zacht
Waar is de wereldkampioen, waar iedereen op wacht
Waarover men confetti strooit en soms z’n handgranaten gooit
Ik sta gewoon te wachten, daar kraait de haan niet naar
‘t Is allemaal maar theater, zegt de bedelaar

De pantserwagens staan gereed onder de hete zon
Hier komt iets koels voor de proleet: een waterkanon
De boulevard is breed en leeg, vanuit de schaduw in de steeg
Zie ik honderduizend slaven op het trottoir
‘t Is allemaal toch wel angstig, zegt de bedelaar

Straks ligt hier iemand plat op straat, bloed in de goot
Een zenuwaanval krijgt de staat: Jan Klaassen is dood
In het openbaar weent dan Katrein, op televisie Harlekein
Maar ik word opgesloten als ontoerekenbaar
‘t Is allemaal maar theater, zegt de bedelaar

Mijn stalen Stradivarius ligt in zijn etui
Mijn hart ligt in de brievenbus, leve de anarchie
Ik wacht, ik wacht al uren door, straks speel ik u een solo voor
Een salvo in staccato, maar daarna ben ik klaar
‘t Is allemaal zo eenvoudig, zegt de bedelaar