Ik stapte laatst in Rotterdam op de omnibus
't Was wijl ik haast had dat ik nam de omnibus
Klom boven op de imperial da's  leuk daar overzietmet het al
Van de omnibus, van de omnibus van de omnibus
Ik zet me op een bankje neer op de omnibus
Een jonge dame lief en teer op de omnibus
Zat naast me 't was een pracht juweel, nee zulken ziet men wis niet veel
Op de omnibus, op de omnibus op de omnibus

En rug aan rug zat achter mij op de omnibus
Een vrouwtje, een mandje aan iedere zij opde omnibus
'k Sprak voor mijn beurtje och schone vrouw, hebt u geen hinder van de kou
Op de omnibus, op de omnibus op de omnibus
Als antwoord gaf ze luid een gil op de omnibus
Meneer hou toch je handen stil op de omnibus
Ze gaf me 'n muilpeer tot op 't end toen smeet mij haast nog een agent
Van de omnibus, van de omnibus van de omnibus

En eensklaps schreeut de mandjesvrouw op de omnibus
Och mensen zoek mijn kneeftjes gauw op de omnibus
Ze kroop uit het kleine mandje hier en loopt nu zeker het mormeldier
Op de omnibus, op de omnibus op de omnibus
De kneeft hangt aan het kleed van 't kind op de omnibus
Haar scharen opende ik gezwind op de omnibus
Ik zag u voor de knijper aan, nu zie ik het heeft de kneeft gedaan
Op de omnibus, van de omnibus

Ik sprak ik vergeef je lieve zus op de omnibus
Maar geef me dan een lekkere kus op de omnibus
De eerste kennis was gemaakt en spoedig had ik haar geschad
Van de omnibus, van de omnibus van de omnibus
Twee zielen groeien tezaam gesmeed op de omnibus
We lachen als man en vrouw om 't leed op de omnibus
De kneeft, dat guitig knijperig dier bewaren wij als souvenier
Aan de omnibus aan de omnibus aan de omnibus
Aan de omnibus aan de omnibus aan de omnibus