Van morgen vroeg in de stad,
een hels verkeer, 't was me wat,
en ik had echt geen zin,
hier nog langer verder te leven.
Maar zondag neem ik de trein
want in mijn dorp daar wil ik zijn,
daar begon ooit mijn jeugd,
die tijd die zo snel is verdwenen.

Zondag zonder zorgen, 
kermis op het plein woo-ho-ho!
Zondag zonder zorgen,
zo maar lekker wand'len in de zonneschijn, aah!

Ik zie er dan weer  die klas,
waar alles nog een droomwereld was,
en ik denk dan terug aan het kattekwaad
dat we er deden.
Net om de hoek staat nog de kroeg,
daar gingen wij 's zondags vroeg,
met ons vader naar toe,
omdat we dan een ijsje kregen!

Zondag zonder zorgen,
kermis op het plein woo-ho-ho
zondag zonder zorgen,
zo maar lekker wand'len in de zonneschijn, aah!

Maar jong zijn duurt geen eeuw lang,
iedereen ging zijn eigen gang.
Naar de stad trok de broer,
waar ik mijn geheimen deelde.
Mijn zuster volgde de man;
die plots in haar leven kwam.
Maar op zondag zijn wij terug
in het dorp van 't verleden.

Zondag zonder zorgen,
kermis op het plein woo-ho-ho
zondag zonder zorgen,
zo maar lekker wand'len in de zonneschijn, aah!