Zodra ik zestien jaar werd heb me moeder me gezegd,
“M'n kind vertrouw dat manvolk niet de kerels zijn zo slecht.
Ze maken alle meissies gek alleen voor tijdverdrijf.
Ze hebben allemaal hetzelfde smoesie an d'r lijf.”
En hoe meer ik het bekijk,
M'n moeder heb gelijk.

Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren,
je zeilt erin, tot allebei je oren,
wordt nooit verliefd, meiden wat ik zeg is waar.
Als je verliefd wordt dan ben je de sigaar.

M'n moeder zegt, “een man houdt eerst een meissie an de praat.
Je krijgt een advocaatje en een stukkie sukkelaat.
Je zegt op alles JA, je voelt je veilig en vertrouwd,
wanneer je'm vijftig centimeter van je lijf af houdt.”
En hoe meer ik het bekijk,
M'n moeder heb gelijk.

Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren,
je zeilt erin, tot allebei je oren,
wordt nooit verliefd, meiden wat ik zeg is waar.
Als je verliefd wordt dan ben je de sigaar.

Ik heb m'n moeder eens gezegd, “mijn vrijer houdt zo aan,
die wil nou elke avond in 't plantsoentje wand'len gaan.”
M'n moeder zegt, “meid, ga je gang, dat wand'len kan geen kwaad.
Als 't maar altijd wand'len blijft en je maar nooit zitten gaat.”
En hoe meer ik het bekijk,
m'n moeder heb gelijk.

Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren,
je zeilt erin, tot allebei je oren,
wordt nooit verliefd, meiden wat ik zeg is waar.
Als je verliefd wordt dan ben je de sigaar.