Benny Neyman
Benny Neyman - Sonneveld medley songtekst
Je score:
Toen ik jou de roze tearoom langzaam binnenschrijden zag Met je kaalgesleten bontjas en je arrogante lach Een afschuwelijk beeld van honger en ellende Vroeg ik me af hoe ik jou in 's hemelsnaam herkende Maar toen iedereen jou nakeek met die blik van oh-la-la Dat moet vroeger iets geweest zijn van comme ça en ga maar na En de ober zelfs een buiging voor je maakte Toen voelde ik dat mijn verbittering ontwaakte En terwijl je stilstond bij 't gebak Was ik de jongen weer wiens jongenshartje brak Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd En wat me nu na al die jaren nog verwondert Dat ik dat nooit vergeten zal al word ik honderd Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd Ik ken de Mona Lisa, haar kuise oogopslag De klokkentoren van Pisa, al scheef sinds jaar en dag Vanaf de Eiffeltoren heb ik Parijs gezien De sfinx in 't zand verloren, vanuit een vliegmachien Maar nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee Geef mij maar 'n zwoele nacht In Krimpen aan den IJssel Het krieken van de dag In Krimpen aan de Lek Niets evenaart Het stille maanlicht op de IJssel Of haalt het bij De bleke oevers van de Lek, de Lek Heel alleen aan het strand Lekker lui in het zand Zo heerlijk rustig Met je hoed heel gracieus Op de punt van je neus Zo heerlijk rustig Er kwam een bootje over zee Dat nam al je misere mee En je ligt heel alleen Alles is om je heen Zo heerlijk rustig Er klinkt een mondharmonika Die speelt do re mi fa sol la Tra la li tra la la Zo heerlijk rustig, ja ja Ik zat aan het ontbijt een beschuitje te soppen Toen zag ik opeens een klein autootje stoppen Het was een Peugeootje, zo groot, nee, iets groter Het stond naast m'n theekopje, vlak bij de boter En ja hoor, daar ging het portiertje al open En kwam een klein vrouwtje naar buiten gekropen Heel blond in bikini, een beeldig figuurtje Ze stond op m'n bord en ze vroeg om een vuurtje Ze zei: "Ik heet Margootje" En ik zei: "Hallo" Ze zei: "Nou daar ben ik dan" En ik zei: "Oh" Ik vroeg haar, uit wat voor een plaatsje ze kwam Ze zei: "Nou, wat dacht je, uit Madurodam" Margootje, Margootje, ze klom op m'n broodje Ze trok aan m'n haar, ze zat op m'n mouw M'n kleine vriendinnetje, zo'n neusje, zo'n kinnetje Ze riep in m'n oor, oh ik hou zo van jou Margootje, Margootje, in d'r kleine Peugeootje Margootje, Margootje uit Madurodam Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop een kerk, een kar met paard Een slagerij, J. van der Ven Een kroeg, een juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar het is waar ik geboren ben Dit dorp, ik weet nog hoe het was De boerenkind'ren in de klas Een kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor Een zandweg tussen koren door Het vee, de boerderijen En langs het tuinpad van m'n vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat voorgoed voorbij zou gaan Aan de Amsterdamse grachten Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand Amsterdam vult mijn gedachten Als de mooiste stad in ons land Al die Amsterdamse mensen Al die lichtjes 's avonds laat op het plein Niemand kan zich beter wensen Dan een Amsterdammer te zijn La la la la la la..... Al die Amsterdamse mensen Al die lichtjes 's avonds laat op het plein Niemand kan zich beter wensen Dan een Amsterdammer te zijn