dien dag had ik nen droge mond 
ik dacht dat is hier niet gezond 
ik liet mijn eigen efkes gaan 
liet e rijke lege glazen staan 
verzadigd keek ik om me heen 
daar liep ne gast, die keek gemeen 
kwam naar mij, een blik van steen 
zijne voet op mijn teen 

van pijn en schrik mijn pint gesmorst 
en 'k had verdoemd nog groten dorst 

plots loopt die gast recht op mijn vuist 
en 'k heb me hem de vloer gekuist 

als't proper was kroop hem weer recht 
zijn dieptezicht percies nog slecht 
ik zeg naar hem, trap af janet 
gij lekt hier bloed, 't was juist net 

zijn lekke lip trilt wat geluid 
en veel zinnigs kwam er niet uit 
de jong was percies aangedaan 
zo'n kuisbeurt komt heel hard aan 

maar puilend oog , rood gezicht 
met veel moeite kwam het licht 
een wicht zei : gijse stomme zak 
ge sloeg den ober in de prak 

da komt uit, komt goed van pas 
veeg af uw bloed , brengt nog een glas 

zoals ge ziet, het is juist op 
komaan, kop op en doet uw job 

trek ni zo een rare smoel 
het bier dat stroomt is voor 't goe doel 
verwacht van mij toch maar geen tip 
gij trieste gast, voos onderlip