Jantje vond eens op de zolder foto's in een heel oud boek
Het boek lag onder oude kranten tussen rommel in een hoek
Op een foto stond een meisje, blauwe ogen, knap en lief
Hij rende daarmee naar zijn moeder en zei, zeg mij toch alstublieft

Wie is dat meisje op de foto?
't Is net of ik haar heel goed ken
Dat was ik vroeger, zei z'n moeder
Ik was zo jong als jij nu bent
Maar toen zei Jantje: als ik ga trouwen
Dan wil ik dat ze lijkt op jou
Precies dezelfde als van de foto
Omdat ik heel veel van je hou

Met z'n moeder in gedachten zat hij 's middags in de klas
Stiekem haalde hij de foto uit z'n grote boekentas
Jantje ging meteen vergelijken met het meisje op rij drie
Binnenmonds zat hij te praten, 't is net of ik die foto zie

Wie is dat meisje op de foto?
't Is net of ik haar heel goed ken
Dat was ik vroeger, zei z'n moeder
Ik was zo jong als jij nu bent
Maar toen zei Jantje: als ik ga trouwen
Dan wil ik dat ze lijkt op jou
Precies dezelfde als van de foto
Omdat ik heel veel van je hou

Toen Jantje later is gaan trouwen met dat meisje uit de klas
Ging hij toch steeds meer van haar houden, omdat z'n moeder er niet meer was
Hij hoopt dat zij vanuit de hemel kan zien dat hij gelukkig leeft
Z'n vrouw lijkt steeds meer op die foto, da's 't enige wat hij nog heeft

Wie is dat meisje op de foto?
't Is net of ik haar heel goed ken
Dat was ik vroeger, zei z'n moeder
Ik was zo jong als jij nu bent
Maar toen zei Jantje: als ik ga trouwen
Dan wil ik dat ze lijkt op jou
Precies dezelfde als van de foto
Omdat ik heel veel van je hou
Omdat ik heel veel van je hou