Lentemelodieën, schokjes in je knieën
Het voorjaar in je benen, het eind van wintertenen
Even een idylle, daarna weer verkillen
Katten die miauwen, flirten en niet trouwen
Op een klein terrasje in een zonneplasje
Rillerig zitten teaen lentemelodieën

Lentemelodieën, voorjaar in Nederland
Verregende paasdagen, verwaaide Pinkstervreugde
Storm langs de kust maar regen in het binnenland
Met uitzicht op opklaringen
Dat is Holland in de lente

   Want als het niet waait dan regent het wel
In dat Holland dat Holland van ons
En als het niet regent nou dan waait ’t als de hel
In dat Holland dat Holland van ons
Ik hou van de wind, van de regen, de plassen
Één meisje, één hart en twee regenjassen
De wind en m’n arm ontmoeten elkaar
In de rug van haar, midden in de rug van haar
Je raakt in de regen zo gemakkelijk bevriend
In dat Holland, dat Holland van ons
Dat komt door de wegen, zo veel modder en wind
In dat Holland, dat Holland van ons

Maar de lange, knappe meisjesbenen trappen
Recht tegen de wind op de fiets
Daar mogen jongens vragen dwars door regenvlagen
“Zeg meisje, ontbeer je soms iets?”
  
   En als het niet waait nou dan regent het wel
In dat Holland dat Holland van ons
En als het niet regent en het waait ’t als de hel
In dat Holland dat Holland van ons
Ik hou van de wind, van de regen, de plassen
Één meisje, één hart en twee regenjassen
De wind en m’n arm ontmoeten elkaar
In de rug van haar, midden in de rug van haar
Je raakt in de regen zo gemakkelijk bevriend
In dat Holland, dat Holland van ons
Dat komt door de wegen, zo veel modder en wind
In dat Holland, dat Holland van ons

Maar eenmaal in de lente dan gaat de wind liggen en de regen stopt
En plotseling op een vroege ochtend schijnt dan toch eindelijk de zon
En als de zon schijnt dan lijkt opeens alles heel anders

   Weet je dat je in het voorjaar alle dingen anders ziet
Het geluid van trams en auto’s klinkt als een liefdeslied
En de maan is gul met zilver en vergeet haar stralen niet
Ze laat de ster opnieuw stofferen, denkt ‘ik ben ook jong geweest’
Samen met een meisje in dit paradijsje kijk je naar het lentefeest
 
Met natuurlijke techniek werkt de jaargetijdfabriek
Alles wordt weer opgefrist, schoongemaakt en gevernist
En de lente zingt haar lied. Beter service vind je niet

   Weet je dat je in het voorjaar alle dingen anders ziet
Het geluid van trams en auto’s klinkt als een liefdeslied
En de maan is gul met zilver en vergeet haar stralen niet
Ze laat de ster opnieuw stofferen, denkt ‘ik ben ook jong geweest’
Samen met een meisje in dit paradijsje kijk je naar het lentefeest

En als je je dan opeens zo dodelijk vermoeid voelt en toch een beetje opgeruimd
En als je ’s nachts geen oog dichtdoet maar toch wel goed slaapt
En als je overdag je draai niet vinden kan en toch niet uit je humeur bent
En je vertelt dan al die vreemde symptomen aan je vrienden en kennissen
Ach, dan is er altijd wel weer één antwoord

   Ze zeggen dat het de lente is maar het kan ook iets anders zijn
Misschien ook dat dit de rente is van deze laatste ijstermijn
Met m’n wintervoeten aan heb ik de zomer in m’n brein
Zou dat dan toch de lente zijn
Met m’n wintervoeten aan heb ik de zomer in m’n brein
Dat moet beslist de lente zijn

Ik voel me zo raar, niet helemaal naar
Niet helemaal goed, iets in m’n bloed
Wat niet echt wil, er is iets op til
M’n benen doen gek, ik kom niet van plek

   Ze zeggen dat het de lente is maar het kan ook iets anders zijn
Misschien ook dat dit de rente is van deze laatste ijstermijn
Met m’n wintervoeten aan heb ik de zomer in m’n brein
Dat moet beslist de lente zijn
Met m’n wintervoeten aan heb ik de zomer in m’n brein
Zou dat dan toch de lente zijn

Lentemelodieën, schokjes in je knieën
Het voorjaar in je benen, het eind van wintertenen
Even een idylle, daarna weer verkillen
Katten die miauwen, flirten en niet trouwen
Op een klein terrasje in een zonneplasje
Rillerig zitten teaën lentemelodieën