Ik trek door de straten, ’t is al middernacht
Niemand die thuis op me wacht
Ik vermaak me ook zonder jou 
Ik zit in de kroeg en drink nog een bier
Vroeger waren wij vaak samen hier
Maar dat laat me, dat laat me koud
Tegenover mij zit een ruige vent
Ik denk dat jij z’n nieuwe liefje bent
Het doet me (ha) echter niks 
Plots word ik kwaad en ga op hem af
Hou toch je handen van m’n liefje af 
Hij vraagt slechts: alles kits? 
’t Is die gedachten aan jou die mij op hitst 

Verdomd ik mis je 
Ik mis je niet 
Verdomd ik voel je 
Ik voel je niet
Verdomd ik wil je 
Ik wil je niet
Ik wil je niet verliezen 
(ik wil je niet verliezen)
Ooh nee! 

Langzamerhand valt me alles weer in 
Vrijheid was toch m’n enige zin 
Toch vrijheid ken ik niet 
Nergens vond ik een plaatsje bij jou 
Terug komen is nu wat ik willen zou 
Dat geloof ik gewoon niet
Op de toog staat een telefoon 
Een gesprek met jou was zo heel gewoon 
Hij rinkelt, hij rinkelt niet 
Ik drink teveel, ik rook teveel 
Gewoon omdat ik mij verveel 
Maar niemand, niemand zegt: genoeg!
Ik zit hier weer wellicht tot morgenvroeg 

Verdomd ik mis je 
Ik mis je niet 
Verdomd ik voel je 
Ik voel je niet
Oh nee 
Verdomd ik wil je 
Ik wil je niet
Ik wil je niet verliezen 
(ik wil je niet verliezen)
Nee! 
Verdomd ik mis je 
Ik mis je niet 
Verdomd ik voel je 
Ik voel je niet
Verdomd ik wil je 
Ik wil je niet
Nee, ik wil je niet verliezen 
(ik wil je niet verliezen)
Nee!