Als je groter wordt dan mag je met je vader mee
Wij gaan naar Artis, naar de kamelen
Als je groter wordt dan gaan we naar de eendjes in het park
En dan gaan we samen roofmoordje spelen
Dan koop ik autootjes en kranen met een dragline en een jeep
En een knots van een Meccano en een Daf

En een trein, jaja, elektrisch, met een eigen emplacement
Ik koop zo'n trein, maar daar blijft hij dan van af
Als je groter wordt dan krijgen we 't opvoedingsprobleem
Het is zo teer, 't weefsel van de kinderzielen
Je mag kinderen nooit remmen, in hun actie en hun spel
Want je kunt ze psychisch o zo gauw vernielen

Als ze dus later je auto uit elkaar rammen of grind in de voorkamer gooien of het bankstel openknippen, dan moeten wij volgens de moderne psychiaters zeggen: fijn jongen. En als ze voor hun verjaardag tanks willen en raketjes en bommenwerpertje, dan moet je ze die geven, anders krijgen ze een trauma, he?

Ach gut het is nog niet zo ver, maar het gaat zo gauw
Voor je 't weer heeft ie drie strepen op z'n mouw
Voor je 't weet schrijft ie gedichten
En probeert mij op te lichten
Voor een tientje, want o mens, 't gaat zo gauw
Voor een tientje, want o mens, 't gaat zo gauw

Als je groter wordt dan ga je naar de grote school
En dan begint het: je carrière!
En je vader gaat dan netjes naar een ouderavond toe
En dan komt het zo vanzelf: de Misère.
Dan krijg ik ruzie met een moeder van een meisje uit je klas
Nee, mevrouw, mijn Pietje speelt nooit vals met spelletjes
En de meester zegt: meneer Sonneveld, hij is niet slim, maar misschien met wat geduld
Haalt uw zoontje de ULO en dat is voor hem dan welletjes
Naar de ULO, nou ja, die meester is gek
Mijn jongen, meneer, die heeft een kop en die kan leren
Mijn jongen, meneer, die gaat naar de HBS
En als het niet mocht lukken dan zal ik het wel forceren

Stel je voor, op 't ogenblik is tachtig procent van de leraren al onbevoegd. Morgen honderd procent en overmorgen hebben we geen HBS'en meer, krijgen we zeker meetkundeles van de melkboer. Nou 't zou wel makkelijk zijn, he? Kon je 't 's morgens meteen allemaal aan de deur allemaal afdoen: melkboer, een liter melk, een flesje koffieroom en de stelling van Pythagoras

Ach gut, het is nog niet zo ver, maar het gaat zo vlug
Voor je 't weet, heeft ie twee kronen en een brug
Voor je 't weet, heeft ie een brommer
Voor je 't weet, is ie nog stommer dan zijn vader
Want die was ook nooit zo vlug
Nee kind, je vader, gut, die was ook niet zo vlug

Nog maar eventjes, dan is mijn jongen zeventien
Hij neemt mijn auto en hij gaat uit rijen
Nou die hele smalle pijpen zijn geen mode meer misschien
Want dan hebben ze weer van die hele wije
Hij is narrig, hij heeft puuistjes en hij voert geen donder uit
En hij heeft geen zin in werken, die meneer
Dan is rock 'n roll vervangen door zoiets als boebsiewoep
En dan is Amsterdam zo uitgebreid dan ligt het uitgaanscentrum in Slotermeer
En om drie uur 's nachts dan is die jongen alsnog maar niet thuis
En z' n moeder ligt te wachten en ik ook
En z'n moeder zegt: ik hoor een deur. Willem, ga jij d'r effe uit
Nou ik woedend en z'n moeder van de kook

Zo, is meneer daar eindelijk. Ik zal jou eens wat zeggen, jongeman, zo lang jij bij mij in huis woont, heb jij je te gedragen, begrijp je dat? Ik ben nog steeds jouw vader, en dat schijn jij wel eens te vergeten. Dat gaat maar naar Slotermeer, boebsiewoepen. In mijn tijd waren wij tenminste behoorlijke nozems. Wij droegen behoorlijke broeken met behoorlijke smalle pijpen. Dat gaat maar uit, geeft maar geld uit. Moeder en ik maar krom liggen, ja spreek me niet tegen, krom. Je moeder en ik hebben geen droge draad meer aan ons lijf... Ik weet niet waarom ik dat zeg van die droge draad, 't slaat natuurlijk nergens op, maar ik ben buiten mezelf. Snap je dat? Rotjongen! Ach  gut, dat wurm.

Ach gut, het is nog niet zo ver, maar het gaat zo gauw
Voor je het weet, heeft ie een flinke brave vrouw
En wij ouders zitten samen in een rusthuis voor de ramen
Het duurt nog eventjes, maar mens het gaat zo gauw
Het duurt nog eventjes, maar o mens, het gaat zo gauw.