Er was er is een musicus met echt wiens Neerlands bloed
En ieder die hem hoorde riep : “wat speelt die vent toch goed !"
Totdat hij door een vreemdeling op een dag
Zijn plaats maar zo ontnemen zag
Hij  staat met zijn talent op straat met honger en verdriet
Omdat de man Hollander is daarom nemen ze hem niet
Nou trekt hij van de steun het is een schandaal
Nu speelt hij droeg dat is ons Hollands ideaal 

Er  was er eens een vree paleis dat troonde in Den Haag
Daar sprak men soms van vrede maar meest van een volle maag
Lausanne Genève en nog meer
Dier kregen later ook de eer 
Ze spraken van ontwapening en maakte het volk maar blij
De grootte juist van legers  en ze bouwde er kruiser bij
Er  was er eens een vree paleis hoe fijn
Maar dat beter een theater kunnen zijn

Er was er is een meisje ‘t was een knappe jonge maagd
Er was er is een jongeling die heeft haar tot vrouw gevraagd
Ze zwoeren elkander eeuwig trouw
Of dat altijd zo blijven zou
De huwelijksboot veranderde dra in een oorlogsschip
Wat hij sloeg haar een bochel en zij hem een hazenlip
In het stadhuis daar werden ze een paar
En in het ziekenhuis gingen ze van elkaar

Er was er is een dakgoot en er was er is een kat
Er was er is een kater die de grootste lol daar had
Toen kwam er plotseling een poulier
En het was gedaan met hun plezier
Wat die poullier kon toveren ‘t was een hele slimme man
Hun huid kwam in een bontjas en hun body in een pan
De kater en de kat nou vraag ik u
Die staan nou allebei als haas op het menu 


Er was er is een tijd dat er op Neerlands natte grond
Goddank voor winkeliers geen zondagssluiting nog bestond
Terwijl je nu als eerlijk man
Je brood niet meer verdienen kan.
Ze hangen zo aan de strop zoiets dat loopt toch spaak
Eerst slaan ze de belasting op dan sluiten ze je zaak
Want menige winkelier kan niet meer mee
Die mag straks bedelen bij het crisiscomité