Willy Derby
Willy Derby - De smokkelaar lyrics
Your rating:
De zon neigt ter kimme, de avondstond valt Het duister omhult bos en veld een krijsende gier klapwiekt angstig naar ’t nest Wat naderende stormwind voorspelt Het landschap dat schijnt gans verlaten in ’t rond ’t Is of je niets ziet en niets hoort Doch plots’ling dan sleept zich zo vlak langs de grond Een schaduw geheimzinnig voort Ja werkelijk, die schaduw, die is van een mens Hij voelt zich niets op zijn gemak Kruipt angstig en schuw als een opgejaagd wild En torst in zijn armen een pak Zijn lippen, die trillen, zijn lichaam dat beeft Hij heeft maar één doel en één wens Zo vlug als maar mogelijk, zo goed als maar kan Daar ginds veilig over de grens Niet één levend wezen is verder te zien Dan… stijgt hem het bloed naar zijn kop Juist, als hij de grens heeft bereikt daagt er snel Een andere schaduw plots op Die roept luid: “Halt Werda Blijf staan of ik schiet” Toch waagt hij het nog voor één keer Hij vecht zijn vlucht met de klauw van de dood Dan ’n schot en de stumper valt neer En over ’t lijk van den smokkelaar gebukt Die viel als een opgejaagd dier Staat ernstig de grenswacht en vindt bij het lijk Een pak sigarettenpapier Zo speelt aan de grens menig drama zich af Een strijd tussen honger en plicht Veracht geen van bei’, noch de smokkelaar, noch hem Die ’t dodelijke schot heeft gericht De paradoxale moraal: D’ oneerlijke strijd om een dagelijks bestaan Wee, die dat in ’t kleine moet doen Een gulden te stelen is nooit licht gegaan ’t Gaat beter vaak met een millioen