Volksliedjes
Volksliedjes - De drie verloren knaapjes lyrics
Your rating:
Drie kleine kinderen die aan t'spelen waren dicht bij het strand Kwamen eensklaps een bootje t'ontwaarden aan den zeekant Kom sprak een luid , k'zal u bevelen , ik ben kapitein Laten wij vlug matroosje gaan spelen , t'zal kermis zijn De kabels los gemaakt , en ons in schoot vergaard De zeilen in de wind en naast elkaar gezeten Zo riepen ze gezwind : Ons moedertje zal het niet weten Hoe zee , hoe zee , maar ginder ver gaat de wind aan het huilen En menige visserssloep die zich nog gaat verschuilen Refrein Kinderen lief , pas op voor het gevaar En let toch op die grauwe wolken daar De wijde zee brengt steeds zo veel verdriet Kinderen lief , speel nooit aan het water niet De kleine boot is weldra verdwenen in woeste vaart In gindse hut zit een moeder te wenen dicht bij den haard De kleintjes zijn niet thuis gekomen , wat scheelt er hen ? Daarbuiten valt de regen aan stromen , t'is storm op zee Moeder moeder , maar het is te laat De wind slaat het bootje aan puinen En s'anderendaags bij dageraad Liggen hun lijkjes in de duinen Refrein ---------------------------------------