Hasseltsch meiliedeken

Alles wat immer meer
t'Leven kreeg van den heer
Is tot dienste van de mens
Tot zijn vreugd en hertewens
Al t'gedierte wat er leeft
t'Zij het aard of zee doorzweeft
Aan hem nut en duizend vreugden geeft
t'Hert ontsluit door het kruid
Wat uit aarde jeugdig spruit
Geeft in den koelen mei zijn zoete geuren uit
Het herleeft en het groeit
Het schiet op en het bloeit
Maakt dat vreugd in alle harten gloeit
O aangename tijd o zoete vrolijkheid
Als we alle de werken des heren bemerken
En daarom dient gezeid
Glorie zij lof en eer duizend maal en nog meer
Aan den goeden opperheer

Phebus vruchtbare straal
Daalt uit haar gulden zaal
En maakt het nodig vocht
Wordt op bloem en kruid gebrocht
t'Geeft de roos zachten geur
t'Doet de tulpen slagen deur
En maakt Flora's heelen hof in fleur
t'Geel en rood violet
Wordt op het gebloemt gezet
En door des hemels dauw met honigvocht genet
t'Kruid in zijne eerste jeugd
Dient ons tot meerder vreugd
En door zoeten geur ons hart verheugt
Het lokt de biekens aan
Om hun zoet sap te ontvaan
Die vliegen en werkenDoor alle de perken
En maken honigtraan

Niet alleen bloeit het kruid
Maar ook t'dierenhart ontsluit
Ziet de vogelkens overal
Loven god met blij geschal
t'Cijsken hier aardig zingt
t'Vinksken daar vrolijk pinkt
Van t'een taksken op t'ander springt
Het gekraai van den haan
Doet den boer uit bed opstaan
Van s'morgens als de dageraad maar eerst komt aan
Kwak kwak kwak menigmaal
Hoort men in de groene zaal
En men kent ze weder aan de taal
Het nachtegaaltje slaat
Lang eer de zon opstaatDe welige mussen
Die tsjilpen er tussen
De koekoek slaat de maat

Gaat men langs bos of hei
Of door eene groene wei
Men ziet vreugde voor het meest
Zelfs in eene stomme beest
Coridon speelt er bij
Op zijn fluit en schalmei
Alle vee springt op van herte blij
Zelfs in zee en rivier
Ziet men menig vrolijk dier
Hun vreugde tonen onder velerlei getier
Karp en snoek , kabeljauw
Tong en geuvel , baars en louw
Spelen samen en maken geenen rouw
Ja met een woord gezeid
t'Is niet dan vrolijkheid
Als we alle die werken
Des heren bemerken
En daarom dient gezeid
              ---------------------