De blinkmarchand

Daar werd mij laatst gezonden een kluchtje van papier
Heel aardig uitgevonden van een dochter rijk en fier
Er was geen een die kon van haar den trouw behalen
Zij en kende geen man dan anders met vier talen
En daarbij rijk en goed en edel van geslacht
De hoogmoed en de glorie stonden diep in haar gedacht

Zij had er al verscheidenen doen met blauw schenen gaan
Van allen die er vrijden , maar geen een stond haar aan
Ze miecken een akkoord en hielden samen raad
Om zich op haar te wreken , wat hebben zij dan gedaan
Zij hadden daar enen gast , een flinken binkmarchand
Die sprak verscheidene talen uit het Spaans en in t'Frans

Het was een frise jongen , ze mieken hem mijnhier
Op een schoon paard gesprongen , naar de juffer trots en fier
Dan kwam hij in het Frans aan haar zijn liefde verklaren
Dan in het Italiaans haar woord van trouw te vragen
Dan sprak hij weer in t'Vlaams , zijn rede goed en fijn
Als hij Brabants kan praten dacht de juffer , t'zou hem zijn

Dan kwam hij haar te vragen , haar stand en haar karakter
Juffrouw in goede dagen , ik ben enen miljonair
t'Is uwen goeden naam die mij heeft doen bekoren
Ofschoon ik groot van faam , uit edel bloed geboren
Ik heb geld en goed genoeg , een weinig land in stad
Die ik nooit kan verteren , of ik dertig levens had

Men stelt den dag van trouwen , en mieken hem gereed
Den blinkmarchand blijmoedig wordt als edelman gekleed
Hij heeft juffrouw zijn bruid al bij de hand genomen
En is al in de echt voor wet en kerk gekomen
Ze hielden drie dagen feest , de vrienden van de smeer
Madam vol eer en glorie met haar rijken miljonair

Na de vrolijke dagen is hij er stil vandoor gegaan
Zijn kleren weer gaan dragen , trok zijn blink habijt weer aan
Met eene mand met blink naar het kasteel getreden
Waar dat hij leuren ging , de meid sprak buiten treden
Sa maakt u weg van hier , gij luiaard maak u voort
Mijnheer zal thuis gaan komen , en u jagen van de poort

Sa meisje wil eens zwijgen , ge spreekt er al zo stout
Mijnheer staat voor uw ogen , ik ben met madam getrouwd
Madam die hoort van ver , ze kreeg wel vijf koleuren
Dat haren miljonair nu kwam met blink te leuren
Hij zei : Bonjour madame , kent gij niet uwen man
Zo wil den trouwbrief lezen die hij niet mankeren kan

Zij sprak : Ik ben bedrogen , maar dat me niet en schilt
Dat komt me toegevlogen van degenen die k'niet wil
Zij riep : het is gedaan , k'zal u estamineren
Als mijnen echten man , d'er zal u niets mankeren
k'Heb geld en goed genoeg voor onzen groten twijn
En gij zult mogen komen waar de andere heren zijn

Zij kocht hem schone kleren , dan trok hij naar de stad
Nu pronkt hij met d'andere heren , wat een groot fortuin is dat
Voor eenen blinkmarchand een heer in grote krachte
Ofschoon dat naderhand haar eerste minnaars lachten
Zien nu die fiere madam , zij heeft voor haren man
Een edelman gekregen die den blink wel smeren kan
               ---------------------------------