Van Kooten & De Bie
Van Kooten & De Bie - De Van Kooten en De Bie verhoren lyrics
Your rating:
Het Nationaal Rampenfonds, opgericht in 1935 na de wervelwind van Borkelo, is een door de regering gecontroleerde stichting die financiële hulp biedt aan Nederlandse burgers die het slachtoffer van de een of andere ramp menen te zijn. Het door het Nationaal Rampenfonds beheerde geld is verkregen uit schenkingen, legaten en inzamelingen, en in de halve eeuw van haar bestaan is het vermogen van het Rampenfonds gegroeid tot een astronomisch bedrag. Ook al omdat het aantal rampen in Nederland betrekkelijk beperkt bleef. In het belang van de openbaarheid en de democratie werd tijdens de Van Kooten en De Bie hoorzittingen gepoogd enige helderheid te scheppen in de duistere financiële bedrijfsvoering van het Nationaal Rampenfonds. Eén van de belangrijkste getuigen was ir P.B. Galesloot. Meneer Galesloot, vertelt u de commissie nog eens precies van wanneer tot wanneer u in het bestuur van het Rampenfonds heeft gezeten. Eeeeh... Ja... Eeeh... Te-ten eerste heb ik, heb ik bij mijn weten nooit in het bestuur van het Rampenfonds, eeh, zo direct gezeten. Eeeeeehh... Als daar sprake van is, dan, dan is dat maar heel kort geweest. Da-dat moet dan geweest zijn van pakweg januari, februari, maart '71 tot, tot, tot misschien hooguit twee, drie, vier, vijf, zesenzeventig... Hooguit... En, en dan nog niet eens tot december van, van, van dat laatste jaar, maarre veel eerder. Ik, eehh, nee, daar staat mij niets meer van bij. Nee, kunt u zich niet herinneren... Toch komen wij uw naam op bijna alle papieren van het Rampenfonds tegen. Er gaat geen brief de deur uit, of uw naam komt daarop voor. Ja, ja, i-ik weet hoe dat, hoe dat misverstand, eh, waarschijnlijk in de, eh, wereld is gekomen. Eeehh... U moet het zo zien, ik was toen, eh, niet tevreden over mijn... Over mijn handtekening. Ehh, die, die t van Galesloot, die liep een beetje weg... Het was een beetje een verwijfd eeeh signatuurtje. En toen dacht ik, u weet hoe dat gaat, ik neem een nieuwe handtekening. En, eh, ja God, die, die oefen je dan weleens. Die zet je eens hier, je zet 'm eens daar. En, en even kijken hoe die staat. En eh zo is die handtekening wel eens op een, op een papiertje terecht gekomen neem ik, neem ik aan, maar daar staat bij niets meer van bij hoor... Op een papiertje, ja precies. En zo kwam die handtekening van uw voor op een cheque. Eens even zien... Ja, hier heb ik een cheque van drie juni... Een zeer belangrijk aandeel in het fiasco van het Rampenfonds had de heer F. Nobbe. Nobbe's precieze rol werd er tijdens de verhoren echter niet duidelijker op. Meneer Nobbe, van wanneer tot wanneer coördineerde u precies de rampen voor dat Rampenfonds? Het Rampenfonds... Ja, eh, precies, eh, weet ik dat niet meer... Maar het eh Maar ongeveer...? Ja... Dit was in elk geval voor mijn tijd. Dat is duidelijk. Het was voor mijn tijd. Dat ik iets met het Rampenfonds te maken had. U beweert dus dat u voor uw tijd verbonden was aan het Nationaal Rampenfonds? Inderdaad, voor mijn tijd had ik waarschijnlijk iets met het Rampenfonds. Maar dat is toch een contradictie meneer Nobbe? U zegt ik was verbonden aan het Nationaal Rampenfonds, maar dat was voor mijn tijd. Na uw tijd was u dus.. niet meer verbonden... aan het Rampenfonds... maar wel bij het Rampenfonds... Alles wat er bij het Rampenfonds gebeurd is, gebeurde dus voor of na mijn tijd, ja inderdaad. Ja maar tijdens uw tijd bij het Rampenfonds meneer Nobbe... U, u was toch ook bij het Rampenfonds, dat was toch uw tijd bij het Rampenfonds? Is er tijdens uw tijd, omdat u zegt voor of na mijn tijd is er niks gebeurd, maar tijdens uw tijd bij het Rampenfonds? Laat ik het zo zeggen, meneer van Kooten als ik tijdens mijn tijd, eh, bij het Rampenfonds zou hebben gezeten, ja? Dan is er nooit iets gebeurd. Dus, dus tijdens uw tijd bij het Rampenfonds... ...nooit iets gebeurd. Alles was altijd voor of na mijn tijd. Het Nationaal Rampenfonds bestaat nu bijna een halve eeuw, maar in die periode is het begrip ramp voortdurend rekbaarder geworden. Dit bleek bijvoorbeeld uit het verhoor van drs. Steurkenboom, die in het derde kabinet Den Uyl als regeringswaarnemer aan het Rampenfonds was toegevoegd. Meneer Steurkenboom, in een interne memo van de toenmalige CDA-staatssecretaris Dasselaer... Ja... ...werd voorgesteld de rampen te structuren in zogenaamde A, B, C en D rampen. Ja, dat is juist. A noemden wij de rampen die onvoorspelbaar waren, ja? Die je niet kon zien aankomen. B was onvoorstelbaar, dus een ramp van een dusdanige omvang dat je zei dat kan ik me niet voorstellen. C was onherstelbaar, viel dus niks aan te herstellen, en D rampen waren zonneklaar. Die waren zonneklare rampen. Ja... Was die indeling eh, eh werkbaar te noemen? Nee, was totaal onwerkbaar. En aan die rampenclassificatie kon je al duidelijk zien dat Dasselaer geen echte rampenman was. Dat was het probleem, het was geen rampen-man, Dasselaer. Viel niet mee te werken. In de praktijk werd het dus een ramp, ja? Ik noem u het geval van een tornaDO, een TYfoon voor mijn part. De wervelwind van Epe uit 1981, ja? Die was en onvoorspelbaar, en onvoorstelbaar, he. De schade was onherstelbaar, en het was zonneklaar, toch, dat er een cycloen had plaatsgevonden, ja? En moest je dat dus nu een A, een B, een C of een D ramp noemen? Was hopeloos. Viel niet mee te werken. Ja, ja... Dat begrijp ik... Dasselaer was geen rampenman. Nee... Maar hoe zou u dan de lekkage in uw badkamer, dat was in 1978, hoe zou u die willen classificeren? ...U... u doelt hier waarschijnlijk op de overstroming van 1978... Ja... 1978... De grote, de grote lekkage-overstroming van 78, ja. Nou, in eerste instantie beoordeelde ik die heel kalmpjes als een D ramp, ja? Zonneklaar. Maar toen de nota van de loodgieter kwam, en wat er allemaal nog meer bij kwam kijken, toen begreep ik dat we hier zonder meer van doen hadden met een C ramp: onherstelbaar. Tenzij er werd... Ja, ja... Maar toen toucheerde u, als regeringswaarnemer, een bedrag van een komma acht miljoen gulden... Om het te herstellen... ...voor de herstelwerkzaamheden aan uw badkamer. Precies, want het was een, het was een C ramp. Toen is er, volgens onze informatie, ook maar gelijk een nieuw bad geinstalleerd. En onze vraag is nu was dit een zitbad of een ligbad? Dat was zonder meer een zitbad. Ja... Maar volgens onze gegevens kon je er ruim in liggen. ...Als je daar de, de, de fysieke conditie voor had, dan kon je inderdaad..mja... Het was een zitbad met ligmogelijkheid, ja. Een zit-ligbad... Het was mogelijk... Maar je lag er niet lekker in hoor! Je kon liggen, maar... Het was eerder een zitbad dan een ligbad... Het was veel meer zitbad dan ligbad ja. Fijn, dank u wel. P.B. Galesloot. Ja, hier heb ik nu een cheque van 3 juni 1974... Dat is wel heel lang geleden, he... ...toen is er namelijk door het Rampenfonds een bedrag gestort van vier komma twee miljoen gulden ten bate van de slachtoffers van de aardbeving in Baarle-Nassau... Daar is mij niets van... ...En nu ontdekte de commissie dat vanaf 1974... ...bekend. ...er jaarlijks een aardbeving plaatsvond in Baarle-Nassau. Kunt u zich dat herinerren? Eeeeh... Nee, ik kan mij dat in de eerste plaats niet herinneren, maar u moet zich wel voorstellen wat dat eh voor een toestand is voor de mensen in, eh, Baarle-Nassau. Eeh, elk jaar die beving, beving na beving... Eeh... Elk jaar weer die angst, komt de beving, of blijft de beving dit jaar weg. De bevolking haalt opgelucht adem, alles lijkt rustig. Eeh, de kopjes blijven keurig op de schoteltjes staan, en je ziet de mensen denken in Baarle-Nassau, dit jaar godzijdank geen aardbeving we blijven ervan verschoond. Maar dan ineens beginnen de lampen te wiebelen, de tafels staan te dansen, en de huppakee, dan komt er weer zo'n beving overheen, en dat is, eh, afschuwelijk. Als u ooit, heeft u ooit een beving meegemaakt? Een aardbeving? Nee, gelukkig nooit. Precies. En, en daarom dachten wij dat wij daar als Rampenfonds met een gerust hart, eh, in konden springen, in die beving. Dat is, dat is vreselijk. Nou heeft de commissie ook nog gesproken met meneer Sliphorst. Die naam zegt mij niets. Dat is de oudste inwoner van Baarle-Nassau: vierennegentig jaar. Ik ken niemand van vierennegentig jaar. en die heeft ook nog nooit een beving meegemaakt. Die heeft nog nooit ook maar het kleinste aardschokje gevoeld. Nee, nee, maar dat lijkt me, dat lijkt me nogal logisch... Eeeh, ik bedoel de mensen hebben elk jaar die beving, dat zeg ik u net, dus, dus, dus die zijn daar zo aan geaccutumeerd, die, die valt het niet meer op. Nee... Die beving. En meneer Sliphorst was vierennegentig eeh zei u. Ik ken de goede man niet, maar ik neem aan dat ie op die leeftijd van zichzelf ook wel een beetje trilt. En dan, dan valt zo'n beving natuurlijk helemaal niet op. U moet het zo zien: als je zelf trilt, en de aarde trilt nog een keer mee, dan, dan denk je ben ik het of is het de beving zelf? Dus, dus ik vind dat niet zo vreemd dat meneer Sliphorst zich geen, geen beving kan, kan, kan herinneren... Ja... En, nogmaals, ik ken de goede man niet. Jaar na jaar maakt het Rampenfonds dus bedragen over van twee, drie, vier miljoen gulden... D'r ging geen jaar voorbij zonder een beving. ...naar een stichting, in Baarle-Nassau. En mijn vraag aan u is: waarom een stichting? Waarom een stichting... Eeeeh... Om-omdat dit de hele, eeeh, decrentalisatie filosofie, eeeeh, behelsde van het Rampenfonds. Eeh, zorg dat er geld is, zorg dat er zoveel mogelijk geld is, ter plekke, maar laat de slachtoffers hun eigen rampen doppen. Dus, dus geef dat geld aan een stichting, ter plekke van de ramp, in casu de beving. U was voorzitter van die stichting, die de gelden beheerde... Dat kan ik mijn niet herinneren... ...die u zelf had geschonken. Daar is mij niets van bekend... Hoe heette die stichting? Dat was de stichting “Lang Zal Die Leven”. Eh, correctie, dat was de stichting... maar ik was er dus niet bij betrokken, eeeh... stichting “Lang Zal Die Beven” was dat. Mmm... Heb ik van gehoord... Maar is mij ontschoten. Ja... Maar het bankrekeningnummer van die stichting stond op naam van ir. P.B. Galesloot. Ja, dat is wel heel toevallig zeg... En nou is mijn vraag, eh, was die ir. P.B. Galesloot dezelfde als de ir. P.B. Galesloot die hier voor mij staat? Zit. Eeeeh, u zit voor de commissie, maar ik zeg dat... Ja, nee, kijk, ja ...in overdrachtelijke zin... Ja, maar daar heb je het nu al: u zegt staat, en ik zit duidelijk, dus, dus iemand in Baarle Nassau zegt d'r is een beving en een ander zegt d'r is geen beving... Akkkoord... Ik zit, ik zit hier voor u... ...dezelfde P.B. Galesloot die hier voor de commissie zit. Ik denk het niet, want anders zou die andere P.B. Galesloot, dan zou die hier wel zitten, en, en, en ik zit hier nu... Mm mm... ...dus kan dat onmogelijk dezelfde zijn. Anders zouden er twee, eh, P.B. Galesloots voor u moeten zitten... Ja... Meneer Galesloot, dank u wel. In de loop van de laatste vijf jaar zijn er uit de kas van het Nationaal Rampenfonds miljarden doorgesluist naar Amerika, ten bate van het aldaar door de Amerikaan Hans Ander-son ontwikkelde Parabrella-project. Gevolmacht toezichthouder was hier de zakenman H. Sleutelaar. Ja, kunt u de commissie nog eens uitleggen, meneer Sleutelaar, wat dat Parabrella-project nou eigenlijk inhield. Nou, dat kwam dus van paraplu en umbrella, dat ie dat in feite bij mekaar heb getrokken, hans anderson, dus dat je dan parabrella kreeg. Ja, en die, die parabrella... Parabrella. ...die zou over Nederland gespannen kunnen worden, he? Ja. En dan zouden rampen zoals, eh, overmatige regenval, storm... Precies. ...komeetinslag, die zouden dan tot de verleden tijd gaan behoren. Dat was het plan. Dus op papier zag dat er goed uit, en daarom is het rampenfonds d'r ook op ingegaan. En die zeiden: bouw maar zo'n parabrella op de maat van nederland, en na een jaar ben ik daar dus heen gestuurd, sleutelaar, om 'ns te gaan kijken hoe het er dan mee stond. Ja. En, en hoe stond het ermee? Nou, d'r stond dus helemaal niks. Aha. D'r was alleen een maakete, maar die was nog geeneens half af! U heeft nooit gedacht: ja, dit klinkt allemaal een beetje te sprookjesachtig wat die meneer anderson, eh, daar beweert? Nou, ja, eh, nee, nou in het begin even. Maar ja, hij was over-tuigend, overtuigend mens was het. Ja... En u voelde geen nattigheid? U dacht niet: nou, ik zou dat nu wel eens willen zien. Nou, hij, ja... U voelde geen nattigheid zeg u... Hij lekte als een zeef die parabrella. Aha. Dus, dus ik voelde eigenlijk vanaf het begin af aan al nattigheid, dat heb ik ze ook gecabled. Ik heb dasselaer gecabled, ik heb thijsse gecabled, ik heb galesloot regelmatig gecabled. Ik heb gezegd. Jongens, kijk uit met die anderson, ik weet het niet, weet je wel, ik weet niet of dat nou helemaal wel haalbaar is wat die man in ze hoofd haalt. Maar ja, was een overtuigend persoon. Dus dan liepen we bijvoorbeeld in new york, en dan gingen we eten, gingen we lunzen, en, en dan als het toilet bezet was, dan schoot ie het haakkie er gewoon af, begrijp u wel. Maar ik had toen eigenlijk al nattigheid moeten voelen, daar hebbu gelijk in dan, als kemissie, want als het dan regende op straat, dan liep dus de, de, notabene de ontwerper van het parabrella-projek, die liep dus zo, zonder paraplu in de stromende regen. Kijk, toen had ik dus moeten zeggen: heee, klopt dat wel met die hans anderson? Begrijp u wel? Maar ik denk dat we allemaal bij het rampenfonds, dat ze erin gestonken zijn door die grote coyboyhoed! Juffrouw Natterman... Molly Natterman? Dat bent u? Ja, Molly Natterman. Ja... Juffrouw Molly Natterman, u was bestuurssecretaresse van het Rampenfonds, en u verzorgde de geldzendingen naar de heer Anderson? Daar kan ik mij niets van herinneren. Dus Hensepens was niet Hans Anderson? Nee, absoluut niet. Maar wie was Hensepens dan? Hensepens was... Hensepens. Hensepens was Hensepens... Ja... ja... Dat was ir. Hensepens uit Connecticut. Ja.... En die had daar een fabriek voor... voor, voor die knopjes op de uiteinden van de balijnen. Oh, had ie dat? Ja. De commissie heeft dat eens nagetrokken, juffrouw Natterman, maar in heel Connektikut bestaat geen enkele fabriek... Eh, eh, sor-, pardon, meneer van Kooten.... die... ...het is Connecticut. Connecticut, in Massachussetts. Ja? Okee... Eh, wij hebben dat eens nagekeken, juffrouw Natterman, maar in heel... Konnetikutmessatsjusets bestaat geen enkele knopjesfabriek, dan ten eerste. Ten tweede komt in heel Amerika de naam Hensepens nergens voor als achternaam. En meneer de Bie had daar ook nog een paar onduidelijke vraagtekens... Eh, ja, graag, meneer van Kooten. Ik wilde graag alleen nog even van u weten, juffrouw Natterman, in bepaalde interne memo's, eh, binnen het Rampenfonds... Twee zwarte koffie graag. Ja... ...schrijft u aan Pee-Babytje. Lieve Pee-Babytje. En nou is mijn vraag: bedoelt u daar de heer P.B. Galesloot mee? ...Dat is mij niet bekend. Niet bekend... Nee, nee En met Stout Tepelhappertje, eeh, bedoelde u niet toevallig drs. Thijsse? Dat zou ik even na moeten kijken. Mm mm... Ja, dan wil ik nog even weten in dit verband of de heer Steurkenboom misschien dezelfde persoon was als Lekker Lellebeffetje.... Memo's van uw hand... Eeh... ...met aanhef Lekker Lellebeffetje, was dat de heer Steurkenboom? Dat was meneer Steurkenboom beslist niet, nee. Fijn, dank u wel, juffrouw Natterman. Een nog hardere dobber had de commissie van Kooten en de Bie aan de heer van Waffdonck, directeur-generaal van het ministerie van Algemene Zaken die notabene door de toenmalige minister zelf was belast met het bewaken van de solvabiliteit in het Rampenfonds. Wanneer begon u binnen het ministerie ongeveer de greep op het Rampenfonds? Eh, ja, meneer de voorzitter embrrr greep verliezen, greep verliezen, ja dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd, makkelijk gezegd voor een commissie, maar u moet de zaak goed begrijpen. U moet begrijpen dat als die bal eenmaal aan het rollen gaat, dat er, valt eigenlijk niet te stoppen. Er was voortdurend, voortdurend, overleg tussen de verschillende ministeries... Ja, ja... ...en de mensen van het Rampenfonds. He, en u kunt natuurlijk nu wel makkelijk zeggen greep verliezen, maar er was geen kwestie van greep verliezen. Nee, nee... Want er was helemaal geen sprake van greep. Die bal ging gewoon rollen. He, d'r gaat een telefoontje zus en een briefje zo, dat gaat gewoon rollen. Fijn. De commissie wil ook niet suggereren dat het Rampenfonds en het ministerie de laatste jaren maar wat langs elkaar heen hebben zitten praten, maar... Nee gelukkig niet, gelukkig niet. Want dat was dus absoluut niet aan de orde. ...maar acht u, acht u het mogelijk dat er, dat er in de gesprekken bepaalde onduidelijkheden zijn blijven hangen? Eh, meneer de voorzitter, als u zegt onduidelijkheden dan moet ik daar tegen protesteren! Er is helemaal geen sprake van onduidelijkheden: die zaak, die zaak was zo duidelijk als klip en klaar, he? Als die bal eenmaal aan het rollen ging, en zo is het gegaan... Natuurlijk... ...met alle zaken die het ministerie behandelt met, met, met, met... Zaken, ja... ...met bedrijven, met, met particuliere instellingen. Als die bal gaat rollen, dan gaat ie rollen, he? Ja... Dus u moet hier niet suggereren dat er greep verloren is, automatisch gaat dat zo door! Ja... Fijn, fijn, dank u wel... Bilateraal overleg... Ja, natuurlijk... Dan gaat het gewoon door... Ook dat ja... Dank u wel meneer van Waffdonck... Nou, geen dank, maar als u zegt greep verliezen... DANK U WEL, meneer van Waffdonck, ...protesteren. Dank u wel. Een andere naam die voortdurend opduikt is die van drs. Thijsse. Drs. Thijsse was van 1975 tot 1977 namens het Rampenfonds adviseur bij de Boerhave-groep, een combinatie van Brabantse bouwondernemingen die zich meer bezig hield met het slopen dan met het bouwen, en de onbeschaamdheid van zijn manipulaties zorgden zelfs voor enige hilariteit bij commissievoorzitter van Kooten. Op bepaald punt in het vraaggesprek kan ook de heer Thijsse zelf zich niet langer inhouden. Het was dus zo dat als naar onze mening er bij een, een X gebouw het gevaar bestond van omvallen of instorten, hè... dat wij dan op eigen houtje, carte blanche, op eigen houtje mochten beginnen met de sloop. Ja... Mochten we gewoon... hup jongens, hup... jongens, slopen maar. Carte blanche. Ja, dus zonder dat er een ramp had plaatsgevonden? Nee, nee, neenee, nee, nee, nee... Dat was het nou juist, hè... Wij deden dat, hè.. om eventuele rampen te voorkomen, begrijp u? Dus, hè... Dus u zei dus... Als er een oud gebouw waarvan we zeiden: jongens, dat kan in de naaste toekomst, een X gebouw, dat wil zeggen in de naaste toekomst zou dat weel gevaar kunnen opleveren... Door een aardbeving... Dan hadden wij carte blanche om te zeggen... Slopen. Wij gingen bij ieder project uit van de, van de, van de, van de geschatte kosten... Die schatte u zelf? mmm ja... de geschatte kosten van een eventuele ramp ter plaatse...hè.. Die u zich voorstelde? Ja, u moet het zo zien: wat zou het nou de gemeenschap gekost hebben, wanneer... ik noem u een voorbeeld, wanneer, laa we zeggen, de oude stadswallen van Zutphen zouden zijn... Die staan ook op de lijst ja... nee, maar als ze zouden zijn omgevallen... Wat zou dat de gemeenschap nou kosten...en, en... dan had je... Ze zijn toch helemaal niet omgevallen, die oude stadswallen van Zutphen...? Nee, nee, maar als ze zouden zijn omgevallen dan had je namelijk een een dominoramp gekregen... Een domino-ramp... Hoe, eeh...? Hier was zuiver sprake van een domino-ramp. Kunt u het begrip domino-ramp, want dat komen wij vaken tegen... Kunt u dat iets nader toelichten... Iets nader toelichten, ja, begrijp ik... neem me niet kwalijk, neem me niet kwalijk... is een vakterm... Een domino-ramp, kijk wij spreken dus van een domino-ramp wanneer de ene ramp de andere uithaalt. Hè, u moet het zo zien: een, een, een oude stadspoort, hè.. die valt op een huis. Ja, hè.. kunt u zich voorstellen, valt op een huis. Dat huis, oud huisje in de buurt van die stadspoort, dat valt zelf ook om... hè... op een kleiner huisje daarnaast... Als dat... Het kan ook een groter huis zijn.. En dan valt het niet om... Dan valt het om... Kunt u zich voorstellen...? Nee, maar er staat nóg een kleiner huisje... Nee maar... Laten we nu even van het theoretische geval dat het grotere huis valt op het kleinere huisje... Ja, maar het is toch ook van het omgekeerde? Dat een klein huisje omvalt en een groot huis dan blijft staan... Ik heb... ik heb... ik ben hier van de premisse uitgegaan dat we het hebben over de stadswallen van Zupthen en dan is het zo dat in de buurt van die stadswallen... aan de rand heb je de grotere huizen... ... en die vallen... daar kun je donder op zeggen... altijd op de kleinere huizen. Laten we daar nou even van uitgaan. Is gewoon een theoretisch, is gewoon een theoretisch... Ik ken Zutphen niet... U kent Zupthen? Meneer Dingedes? In Zupthen bent u ook niet bekend... theoretisch geval...Theoretisch geval, de oude stadswallen van Zutphen vallen om.. Nou, akkoord... hè, hè... Dat groot huis valt op een kleiner huisje... Valt om. Hè, klein huisje valt om. En dat is dat domino...? Naast dat huisje staat misschien een schuurtje... Mmmmpfff... ha, ha, ha.... Hi, hi... Schuurtje... kunt u zich wel voorstellen... Houten schuurtje, gaat om, hè... Op geparkeerde auto's... Kunt u zich voorstellen? En voor je het weet, hè, staat er in Zutphen geen steen meer op de andere... hi hi hi hi... Hè... heel Zupthen plat! Nou, hè... En, en, en daarom hou ik staande, hou ik gewoon staande... ha, ha, ha.... mag u mij van het tegendeel overtuigen... Ik hou staande... Daar is de commissie voor... Wij zitten hier voor om u van het tegendeel te overtuigen... ik hou staande dat die 41 miljoen voor de gedeeltelijke sloop van Zutphen... Ha, ha, ha nog aan de lage kant was.. hi hi hi hi... Ha, ha, ha.... Kom nou toch meneer Thijsse... Hè.. nee, 41 miljoen vink wel heel... Dat gelooft u zelf toch niet... Binnenkort hoopt de commissie van Kooten en de Bie haar eindrapport betreffende het Rampenfonds fiasco voor te leggen aan de Tweede Kamer. Dat rapport zal hopelijk niet te lang op zich laten wachten, want zoals de zaken er nu financieel voor staan betekent het kleinste ongevalletje in Nederland al een nationale ramp. Eeh, meneer Galesloot, een ander voorbeeld. Ja... Graag. Als er nu een sprinkhanenplaag zou optreden... U, u, u refereert daar waarschijnlijk aan de sprinkhanenplaag van achtenzeventig waarbij de hele kathedraal van Apeldoorn is opgevroten. ... De vermeende plaag van achtenzeventig... Ja, precies. Als dat nu weer zou gebeuren... Ja... ...wat kan het Rampenfonds dan doen? Nihil. Wij kunnen, eh, op dit moment nihil voor de mensen doen. Wij hebben, dacht ik, nog vier of vijf dekens liggen, geeneens dikke dekens, molton. We hebben een paar zandzakken, maar die zijn maar halfvol. We hebben een, eh, pak 'm beet misschien een meter noodverband, we hebben wat buisjes aspirine, waar misschien nog vier of vijf tabletten inzitten, meer niet. Zelf loop ik altijd wel met jodium op zak, maar dan moet je ook maar net in de buurt van een ramp zijn. Dus, eh, het is op. Meneer Galesloot, u weet dat de Nederlandse regering bereid is volgend jaar nog één keer 23 miljard gulden te fourneren. Eeh, dat is mij bekend, ja. Maar we mogen dus aannemen dat u hier niet over een jaartje weer staat... Nou... ...met verhalen van, eh, eh, daar is mij niets van bekend. Nou, over een jaar... En dat is ons nooit gezegd. Over een jaar lijkt mij erg snel hoor. Nee, maar meneer Galesloot, dat u dus hier volgend jaar niet weer staat, eh, eh, ZIT, met zinnetjes van, eeeh, dat herinner ik mij niet... Nee... U mag aannemen wat u wilt... Dat vervelende zinnetje, dat, dat willen wij toch echt niet meer horen, “dat herinner ik mij niet”. Nee, nou dat lijkt mij ook niet, niet, niet, niet waarschijnlijk, dat, dat... U bent serieus van plan om de hand in eigen boezem te steken. Mja, kijk, nou, nou, eeh, nee, nee, daar is mij op dit moment nog niets van bekend.
Copyrights:
Author: Kees van Kooten & Wim de Bie
Composer: ?
Publisher: ?
Details:
Released in: 1984
Language: Dutch
Appearing on: Draaikonten - Koot & Bie Audiotheek 9 (1984)
Last updated by Anonymous at Wednesday 30th of March 2011 09:10