Toon Hermans
Toon Hermans - Ik ben maar een man lyrics
Your rating:
Ik zeg: dit is de laatste, geef mij maar katjesdrop Maar twee minuten later steek ik een nieuwe op Ik zeg: dit is de laatste. IK moet rijden. Doe me een lol! Maar zeven glaasjes later ben ik als een oliebol Ik zeg: de Franse keuken dat is de hoge school Maar het water loopt me uit m’n mond, als ik denk aan boerenkool Ik zeg: ik moet gaan kuren, want weet je wat ik weeg Maar nog dezelfde avond vreet ik de ijskast leeg Want ik ben maar een man Een man In alles wat ik doe Een doodgewone man C’est tout Ik zeg die malle wallen -Die malle wallen, dat zijn die dingen onder je ogen- Ik zeg: die malle wallen, dat zegt me nou niet dat Maar, o, als ik een boutje had, dan streek ik alles glad En vind ik in m’n wasbak zo’n mooie lange haar Dan denk ik bij m’n eigen: dat is de vierde al dit jaar -Ah, nee, da’s overdreven, maar ze zeggen wel eens, ze zeggen wel eens dat artiesten zo lang jong blijven. Nou, ik ga het nog geloven ook. Ik heb van de week een foto gezien van Lizbeth Taylor. Die is nu 54 en begint zich nu pas te ontplooien.- Ik zeg: een mens moet leven met lef dan leeft ie ‘t langst Ik zeg: een mens moet leven en altijd zonder angst Maar hoor ik hier iets piepen, schrik ik me eigen gek Dan loopt meteen het klamme zweet met stralen uit m’n nek Want ik ben maar een man Een man In alles wat ik doe Een doodgewone man C’est tout Ik zeg heel filosofisch: je gaat niet voor je tijd Maar ik krijg wel mooi de kriebels als ik langs een kerkhof rijd Ik zeg: een vent moet hard zijn. Da’s een ongeschreven wet Maar ik sta wel zelf met oudejaar te janken op het toilet -Dat doe ik, hoor. Ja, ik sla wel eens een jaartje over.- Ik zeg: ik heb er genoeg van in de trein of in de tram Als de mensen naar me wijzen. Zo van: kijk, daar heb je hem Maar dan denk ik bij m’n eigen: eens komt de dag een keer Dat diezelfde mensen zeggen: hé, wie is die vent ook alweer Want ik ben maar een man Een man In alles wat ik doe Een doodgewone man C’est tout Ik heb al m’n hele leven iets treurigs en iets zots Ik ben een chocoladepudding en ik ben een rots Een vat vol tegenstrijdigheden en waar hem dat in zit Ach, wat ik na verloop van tijd geleerd heb, dat is dit: Want ik ben maar een man Een man In alles wat ik doe Een doodgewone man C’est tout