In de Kromme Elleboogstraat is een vreselijk lawaai
Omdat Jansen met zijn jeep van de stal mot
't Is een herrie, een geslinger, een gewalm en een gedraai
Non-stop knalprogramma van een ouwe knalpot

Jansen zelf als de bezitter staat te sling'ren in de stank
Staat te sapp'le, maar lauw sjoege geeft het jeepie
Buurman Nelis zegt: "Ik gooi een scheutje jajem in de tank"
Hoe bestaat het zou je zeggen, maar toen liep-ie

Nelis zegt: "Da's mijn collega, net zo'n drankwagen as ik"
Pa zegt: "Ja, dat doe ik vast, a'k weer te lang por"
Pa veramerikaanst van 't jeepie
In het proto autotypie
En hij pulkt een meter kauwgom uit zijn hangsnor
Met Hiroshimiaans geluid
Tuft dan het stel het straatje uit

Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, van Jansen
Poh, Tuut, Piep, En in de jeep, zit met de griep: Pa Jansen
Hij gaat met moeder en diverse spruiten, naar buiten
Ze gaan niet met de stille trom naar Achterhoek of Hillegom
Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, die malle jeep
        
En ze tuffen door het straatje effe gauw een pleintje rond
Z'halen tante Sjaantje op in 't hart van Mokum
Tante Sjaan komt net naar buiten met een 'klole' in d'r mond
"'k Heb je jeep niet horen toet'ren, maar ik rook 'em"

Met een aantal broodjes pekel, ploft ze op de houten zit
Met de zure bommen in d'r inmaakglaasie
Jansen zegt: "Hou vast daar gaat-ie, 'k zet 'em in de eerste gang."
Moeder zegt: "Staat-ie niet beter in de garasie?"

Na wat horten en wat stoten staan ze op de buitenweg
Moeder zegt: "Zo gaat-ie goed, as vader gas geeft."
Plots'ling wil-ie niet meer trekken
Pa zegt: " 'k Zie de accu lekken"
"Nee," zegt tante. "Dat is Jantje, die geplast heeft."
En Jansen trapt op 't gaspedaal
Harmonisch zingen ze allemaal

Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, van Jansen
Poh, Tuut, Piep, En in de jeep, zit met de griep: Pa Jansen
Hij gaat met moeder en diverse spruiten, naar buiten
Ze gaan niet met de stille trom naar Achterhoek of Hillegom
Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, die malle jeep

Op de stille buitenwegen breekt al vroeg de avond aan
Na zo'n dag is het weer t'rug naar Mokum sjouwen
Moeder zingt van douw-douw-douw-deine met een kleintje op 'r schoot
Maar ze mot nou eerst het ouwe jeepie 'douwe'

Zo verstrijkt het holidaytje, hier en daar een mankement
Maar ze laten zich hun daggie niet bederven
Al heb moeder ook haar jurk gescheurd, het daggie was perfect
Ook al ligt de zure bommenfles in scherven

In de late avonduren arriveert-ie voor zijn deur
Schrikt de Kromme Elleboogstraat uit zijn dromen
Buren, die aan 't raampje luist'ren
Hoor je dan tevreden fluist'ren
"Nou, die binne toch weer levend thuis gekomen."
En slap'rig klinkt dan door de nacht
Het Opus 'jeep' nog eenmaal zacht

Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, van Jansen
Poh, Tuut, Piep, En in de jeep, zit met de griep: Pa Jansen
Hij gaat met moeder en diverse spruiten, naar buiten
Ze gaan niet met de stille trom naar Achterhoek of Hillegom
Poh, Tuut, Piep, daar heb je de jeep, daar heb je de jeep, die malle jeep