Een zeemeeuw die denkt ach ik ben het zat
Wat heeft dat vliegen nou eigenlijk voor zin
Ik heb er genoeg van ik heb het gehad
Ik gooi me gewoon voor een kat.

De kat denkt ach jee, alweer zo'n groot dier
Ik heb er genoeg van het zit me tot hier
Die poten die kop die veren dat dons
Geef mij maar gebakken spons.

Beesten zijn zo pessimistisch, lusteloos en afgemat
Sikkeneurig sjacherijnig, beesten hebben altijd wat.

Het alligatortje kijkt afwachtend omhoog
Hij schuurt met z'n kop langs de broek van z'n baas
maar hij weet : één hap in dat lekkere been
En ze gooien me terug in de Maas.

Zo lijken die dieren wel vrolijk en blij
Maar o kijk maar uit dat is allemaal schijn
Ze proberen het wel maar het lukt ze toch nooit
Net zo vrolijk als mensen te zijn.

Beesten blijven altijd tobben, willen nergens meer naar toe
Zitten zich maar te vervelen, beesten zijn het leven moe.