Wilfried Welvaarts heef een kasteel
In het midden van de stad.
Met een rokende schouw op ieder kanteel
En voor de poort een zwarte kat
De muren zijn er grijs en grauw
Ze stinken naar de zwavel.
En op de gracht zwemt nog een eend
Met olie in haar snavel, 

Maar je mag niet alles eisen
We krijgen zoveel in de plaats
Een wagen van 2000 cc
Zeilboot en een kleuren TV
Alles van de staat

Ik werd door hem geïnviteerd 
Om een weekje te logeren
Ik mocht met hem dineren
Hij had een bed gereserveerd
Op maandag kreeg ik abrikozen
Met een sausje DDT
Op dinsdag aten we hormonen
Want die zaten in de filet, 

Allemaal naar de maan
Allemaal naar de maan
niet naar Jupiter
niet naar Venus
Allemaal naar de maan
Allemaal naar de maan
'k Wil ten hemel gaan
als here Jezus

Op woensdag kreeg ik limonade 
Artificieel gekleurd.
Op donderdag na de carbonaden
Is er iets heel ergs gebeurd
'k Lag met mijn pootjes naar omhoog
't Was niet om te geloven 
Hoe ik me door mijn beste vriend
Van 't leven liet beroven,


(c) tekst & muziek: Jan Versantvoort