Mokum ontwaakt schor van de nacht
en wrijft de slaap weer uit d'r ogen
maar als gebaar van mededogen
de geur van koffie en vers brood

er hangt nog mist boven de gracht
en op de wallen gaan ze sluiten
de ouwe hoeren staan weer buiten
alleen een stoplicht kleurt nog rood

Amsterdam draaft weer
Amsterdam graaft weer
want alle straten liggen open
er is geen mens die nog durft te hopen
dat deze stad ooit af zal zijn

Mokum verpopt zich
Mokum verstopt zich
als op de gracht een auto uitlaat
waarbij de radio niet uit gaat
dan word de humor heel vilein

dan haalt een mokumer z'n gram
want schelden zit 'm in de genen
maar dat is ook weer zo verdwenen
want Amsterdam blijft Amsterdam

Mokum de hoer en vrome maagd
laat zich niet makkelijk versieren
maar laat zij toch de teugels vieren
dan gaat het hek ook van de dam

Zij is luidruchtig en bedaagd
ze is een warme wollen deken
voor ieder die is uitgeweken
en als ontheemde bij haar kwam

Amsterdam F-side
Amsterdam Gaypride
de stad van opstand en protesten
want deze dame houdt van pesten
zij heeft het niet zo op gezag

Mokum de kraakstad
recht voor z'n raap schat
en waar men zingt oranje boven
maar niet in 't koningshuis geloven
toch komt ze niet aan koningsdag

Maar ook de stad van Anne Frank
en van de littekens die bleven
daarom blijft zij naar vrijheid streven
ook dat is Mokum Godzijdank

Zij werd bezongen door Jaques Brel,
Maggie MacNeal en tante Leentje
Zij is en blijft een buitenbeentje
want zoals zij is er maar 1

Zij is een wolf in schapenvel
laat je door haar dus niet verblinden
zij kan je in 1 hap verslinden
dat heb je nooit in Vriezenveen

Amsterdam lonkt graag
Amsterdam pronkt graag
met veren uit een ver verleden
toen hollanders er nog toe deden
door Jan de Wind en VOC

Mokum de moeder
Mokum 't loeder
zij joeg haar kindren naar Almere
maar die bereid zijn terug te keren
voor 't wintercircus in Carré

En ik die ook van Mokum kwam
ik blijf me koestren in haar armen
en zal me altijd blijven warmen
aan Amsterdam mijn ouwe vlam