Sneeuw op de daken,
en sneeuw in het bos.
Sneeuw op de straten,
en sneeuw op het mos.

Wat is die sneeuw toch wit zeg,
weet je hoe dit zit?
Waarom is toch de sneeuw,
niet zwart, maar wit?

Sneeuw in de tuintjes,
en sneeuw op de schuur.
En hè, kijk, die fiets daar,
heeft sneeuw op zijn stuur.

Waar komt die sneeuw vandaan?
wie zet hem uit of aan?
En kan het in de zomer,
sneeuwen gaan?
- Wat denk je Bert?

Nee, wat dom, het sneeuwt alleen
met winter in het land.
Sneeuw is bevroren regen,
kijk het smelt weer in je hand.

En landen waar het warm is,
oh nee, daar valt geen sneeuw.
Maar op de noord-en zuidpool
valt de sneeuw al eeuw na eeuw.

Sneeuw op de pleinen,
en sneeuw op de stoep.
Straks gaat het smelten,
dan wordt het een troep.

Word je onder gespat,
dan word alles zo nat
Pas op straks val je zomaar op je gat!

*fluiten*
- wat kan je mooi fluiten Ernie

Eerst gaan we een sneeuwpop maken met een wortelneus,
en als er heel veel sneeuw valt dan wordt het nog een reus.
Als het maar niet gaat dooien want dan stat die maar zo kort,
en als de zon gaat schijnen is die heel gauw ingestort.

Sneeuw in mn haren,
en sneeuw op m'n schoen.
Ik krijg kouden voeten daar is niks aan te doen.

En kijk maar naar de mat,
die is weer kleddernat.
De melkboer is gevallen op het pad, op z'n gat!

Sneeuw op de daken,
en sneeuw in het bos.
Sneeuw op de straten,
en sneeuw op het mos.

Wat is die sneeuw toch wit zeg,
weet je hoe dit zit?
Waarom is toch de sneeuw,
niet zwart, maar wit?