Een krekel belde bij een kikker aan
en vroeg: ‘Is hier vanavond ook een feest?’
‘Kom toch binnen,’ zei de kikker snel
en met één hap was de krekel er geweest.
‘Hmm,’ dacht de kikker, ‘ja, dat wil ik wel,
gezellig naar een feest. Dus ik ga maar snel!’
Ammarammarammadamma reldeldel!

De kikker ging eerst bij de reiger langs
en vroeg hem: ‘Weet u ook iets van een feest?’
‘Eerst even denken,’ zei de reiger snel
en met één hap was de kikker er geweest.
‘Hmm,’ dacht de reiger, ‘ja, dat wil ik wel,
gezellig naar een feest. Dus ik ga maar snel!’
Ammarammarammadamma reldeldel!

De reiger liep tegen een wasbeer op
en riep dat hij op weg was naar een feest.
‘Dan gaan we samen,’ zei de wasbeer toen
en met één hap was de reiger er geweest.
‘Hmm,’ dacht de wasbeer, ‘ja, dat wil ik wel,
gezellig naar een feest. Dus ik ga maar snel!’
Ammarammarammadamma reldeldel!

De wasbeer zag opeens een muzikant
en riep: ‘Meneer, waar is nou toch dat feest?’
De man zei: ‘Als ik speel op mijn viool
en iemand danst, ja, dan hebben we een feest.’
De wasbeer danste met een volle buik.
Hij boerde en de reiger vloog eruit.
De reiger riep: ‘Hier word ik vrolijk van!’,
waarna de kikker weer tevoorschijn kwam.
De kikker sprong in het rond als een gek:
ja hoor, daar kwam de krekel uit zijn bek!

Ze hadden samen een fantastisch feest
en geen van de dieren vond het een bezwaar
dat er die avond niets te eten was.
Ze riepen blij: ‘Ach, we hebben toch elkaar?’
Ammarammarammadamma reldeldel!
Ammarammarammadamma reldeldel!
Ammarammarammadamma reldeldel!