Elke avond dromen zij, van Santa Domingo,
van Santa Domingo, want daar horen ze thuis.
Wat verlangen zij terug, naar Santa Domingo,
naar warmte, naar liefde, naar huis.
Ze trokken met z'n drieën uit hun dorpje weg,
Fernando, Alfredo en José,

Hier wachte het beloofde land, was hun gezegd,
Fernando, Alfredo en José.
Nu doen zij hier het werk, dat geen ander wil,
en na dat werk wacht, een kamer leeg en kil.
Geen mens die hen verstaat, slechts onbegrip en haat,
voor Fernando, Alfredo en José.

Elke avond dromen zij, van Santa Domingo,
van Santa Domingo, want daar horen ze thuis.
Wat verlangen zij terug, naar Santa Domingo,
naar warmte, naar liefde, naar huis.
Ze hadden zich het leven heel anders voorgesteld,
Fernando, Alfredo en José.

Ze kwamen hier op zoek naar wat werk en geld
Fernando, Alfredo en José.
Ze horen er niet bij, in onze maatschappij,
 vernederd en verdrukt, wat deert ons hun geluk.
Heeft iemand ooit bedacht, dat thuis de armoe wacht,
op Fernando, Alfredo en José

Elke avond dromen zij, van Santa Domingo,
van Santa Domingo, want daar horen ze thuis.
Wat verlangen zij terug, naar Santa Domingo,
naar warmte, naar liefde, naar huis.
Wie laat ons denken , dat wij, 
zoveel meer waard zijn dan zij.
Kom geef die mensen wat warmte, 
wat liefde, 'n thuis