En zo sjok ik door de straten en sta ik bekend als de nifter

Ja, ze noemen ‘m de nifter. Hij leeft op de straat
Wanproduct van de verzorgingsstaat
Ja, een storend element in ons paradijs
Dat reist in onze treinen zonder plaatsbewijs

Ja, ze noemen ‘m de nifter. Het vuilnisbakkenras
Hij stinkt en hij drinkt. Deporteer ze en masse
Als je het niet kan maken in een welvaartsmaatschappij
Zak dan in de stront; ik heb geen medelij
Met zo’n nifter, zo’n vieze nifter

’s Avonds loopt hij eenzaam door de straten van de stad
Hij heeft verkeerd gegeten en hij wil zo graag in bad
En vlak voordat hij inslaapt, denkt hij even aan iets geils
Dan braakt hij, zoekt zijn uitgave bij het Leger des Heils
Dat is de nifter, zo’n vuile nifter

Kijk, daar komt er een aan en als hij iets vraagt
Dan sla ik hem in elkaar, de vuile clochard
Heeft u misschien een gulden voor me?
Gewoon negeren, niet reageren
Op de nifter, zo’n vuile nifter

Ja, ze noemen ‘m de nifter. Hij stinkt uit z’n bek
Is seropositief en lult alleen maar uit z’n nek
Misschien is hij autistisch, gokverslaafd of schizofreen
Maar ’t is een zwakke schakel, ’t is een blok aan het been
Ja, de nifter, zo’n vieze nifter

Zijn hart werd eens gebroken door een vrouw die hij aanbad
Maar zij heeft hem bedrogen en toen viel die in een gat
Hij wilde niet meer leven maar hij was nog lang niet dood
Hij zakte door z’n knieën en werd wakker in de goot