Hij was de kleine man
De grote kleine man
Van al die ouwe liedjes die je nu nog zingen kan

Als je voor een dubbeltje geboren bent
Bereik je nooit een kwartje
Of je Grieks, Latijn of twintig talen kent
Gerust het leven tart je
Je verbeeld je dat je aan de touwtjes trekt
Maar ach het leven smijt je heen en weer
Als je voor een dubbeltje geboren bent
Bereik je nooit een stuiver meer

De olieman heeft een Fordje op gedaan
Daar rijdt ie mee als een vorst door de jordaan
Maar 's avonds om tien uur is 't uit met de pret
Want dan stopt z'n vrouw de slinger onder het bed
Tuf tuf tuf

We gaan naar buiten
Waar de vogeltjes fluiten
Waar het zonnetje zo heerlijk schijnt
Waar de koetjes zoetjes loeien 
De prinsessenboontjes groeien
Waar al je misère verdwijnt

Wordt nooit verliefd 
Want dan ben je verloren
Je zeilt erin tot allebei je oren
Wordt nooit verliefd
Want wat ik zeg is waar
Als je verliefd bent, ben je de sigaar
Reken maar

Hij was de kleine man
De grote kleine man
Van al die ouwe liedjes die je nu nog zingen kan

't Is maar een meissie van alle dag
Maar ééntje die er wezen mag
Ze speelt geen kermis met een kennis da's een boffie
Maar ze zet zo een lekker bakkie koffie

Zandvoort aan de zee
We gaan naar Zandvoort aan de zee
Met vader met moeder
Met broertjes en met zusjes
Ome Piet tante Griet 
En het hele familie husje
Gaat naar Zandvoort aan de zee
We nemen broodjes en koffie mee
Oh het is zo'n zaligheid als je van de duinen glijd
In Zandvoort aan de zee

Ik breng m'n weekend door met jou in Scheveningen
De zee is lauw de lucht is blauw in Scheveningen
Daar kun je braden in 't zand
Met een ijsco in je hand
Zo samen aan 't stille strand in Scheveningen

In de jordaan
In onze geinige jordaan
Op die ene kleine plek 
Zijn de toffe jongens gek
Want daar zal het hart van mokkum blijven slaan
In de jordaan
In onze heerlijke jordaan
Dat is 't enigst plekje, waar ik dood wil gaan

Hij was de kleine man
De grote kleine man
Van al die ouwe liedjes die je nu nog zingen kan

Reken maar