Half vier in de morgen
is 't al zo laat
hij loopt haastig naar z'n auto
in een uitgestorven straat

Regendruppels op de voorruit
d'r hangt storm in de lucht
op de vlucht uit een motel
de bekende weg terug

En de donder rolt,
en de donder rolt

Alle lichten branden
in een huis daar ver vandaan
zij wacht bij de telefoon
met een vale duster aan

Kon ze maar geloven
dat ze zich vergist
en dat 't door de storm komt
dat hij 'r nog niet is

En de donder rolt,
en de donder rolt

En de donder rolt
en de bliksem kraakt
en de liefde brandt
waar zij wordt geraakt.
En de storm raast door 
de maat is vol,
diep in haar hart 
waar de donder rolt

Ze staat al bij de voordeur
als hij 't pad op rijdt
gooit zich in zijn armen
al haar angst ten spijt

Maar in de wind drijft 'n vreemd parfum
'n geur die aan hem kleeft
de bliksem licht haar ogen op
en hij weet dat zij 't weet

En de donder rolt,
en de donder rolt

En de donder rolt
de bliksem kraakt
en de liefde brandt
waar zij wordt geraakt.
En de storm raast door 
de maat is vol
diep in haar hart 
waar de donder rolt