Ik leefde in een waas
Maar hij heeft mij ontsluierd
En 't is wondermooi, oh
Ja, 't is wondermooi

Hij is niet rijk, ook geen poëet
En zoals mij zijn er wel duizend
Maar wij zijn wondermooi
Hij en ik, da's wondermooi

Hij wil geen ander meer dan mij
Nee, hij wil geen ander meer dan mij
Ja, 't is raar en toch is het waar
Toe beken nu maar, tesamen zijn wij wondermooi
Wij zijn zo wondermooi

Ik ben de regen, hij de zon
En nu maken wij een regenboog
Ik vind het wondermooi
't Is werkelijk wondermooi

Hij wil geen ander meer dan mij
Nee, hij wil geen ander meer dan mij
Ja 't is raar, maar toch is het waar
Toe beken nu maar, tesamen zijn wij wondermooi
Wij zijn zo wondermooi

En als de wereld zo zou zijn
Net zoals wij tweeën samen
Dan wordt het wondermooi
Verduiveld wondermooi

Hij wil geen ander meer dan mij
Nee, hij wil geen ander meer dan mij
Ja 't is raar en toch is het waar
Toe beken nu maar, tesamen zijn wij wondermooi
Ja 't is raar en toch is het waar
Toe beken nu maar, tesamen zijn wij wondermooi
Wij zijn zo mooi (wondermooi)
Wij zijn zo mooi