Ik was mijn moeders liefste kind
Een blonde krullenkop
Nee, Paultje ging nooit door het lint
En ruimde steeds zijn spullen op

IK had, zo leek, één enkele wens:
Mijn hele leven deugen
Een goed en zeer rechtschapen mens
Uit mijn mond nooit één leugen

Een beest!
Ik voel me eigenlijk een beest
Al ben ik altijd braaf geweest
Diep in mijn hart ben ik een beest

Ik vond al snel een fijne vrouw
En trouwde haar zoals dat hoort
De kinderen kwamen toen al gauw
Een soort van zakelijk akkoord

En zondagmorgen naar de kerk
´Wees uw broeders hoeder´
Maandagochtend weer aan het werk
En ´s avonds naar mijn moeder

Een beest!
Diep in mijn hart ben ik een beest
Al ben ik altijd braaf geweest
Diep in mijn hart ben ik een beest

Kon ik me maar eens laten gaan
De zuurkool laten staan
Mijn driften niet verhullen
De buren laten lullen

Ik zou zo graag gaan stappen
Mijn aktetas vertrappen
Een lekker mokkel grijpen
En haar in haar tieten knijpen

Een beest!
Diep in mijn hart ben ik een beest
Al ben ik altijd braaf geweest
Diep in mijn hart ben ik een beest

Maar ja, het ware leven
Roept mij tot de orde
Het is me niet gegeven
Mijn ware ik te worden

Want Keesje heeft een zere knie
Mijn dochter maakt een scène
De hond moet weer naar therapie
En mijn vrouw ligt met migraine

Een beest!
Ik ben een hitsig warm beest
Al ben ik altijd braaf geweest
Diep in mijn hart ben ik een beest

IK zou zo graag es slecht zijn
Maar weet niet hoe het moet
Ik wil niet steeds oprecht zijn
Maar ik blijf eeuwig goed

En op mijn sterfbed heb ik spijt
Van dat wat is geweest
IK zeg: “Het ontbrak me aan de tijd
Maar ik was echt een beest”

Een beest!
Diep in mijn hart ben ik een beest
Al ben ik altijd braaf geweest
Diep in mijn hart ben ik een beest

Ja, een beest!
IK was een geil en hitsig beest
Al leek ik altijd heel bedeesd
Diep in mijn hart ben ik een beest