draaf maar doorrommel maar aan
oogkleppen op
niet te verslaan
'k brand m'n vingers
en gloei van binnen
nooit verliezen
maar steeds winnen

ik doe m'n ding
en doe nog veel meer
tuk op victorie
steeds maar weer
jeuken m'n vingers
ben ik buiten zinnen
nooit verliezen
'k wil steeds maar winnen

en dan dat onbewaakte ogenblik
een noodkreet van een vriend
pas op de plaats, op de plaats rust
er is niets dat mijn geweten sust
alleen zijn blik, alleen zijn stem
ik ben oog en oor voor hem

geen tijd voor een antwoord
geen tijd voor een vraag
wat morgen zou moeten
heb ik liever vandaag
ik brand m'n vingers
blijf gloeien van binnen
ik wil niet verliezen
maar steeds winnen

wat wil je me vertellen?
wat wil je nog meer?
geen adempauze
want steeds maar weer
jeuken m'n vingers
ben ik buiten zinnen
nooit verliezen
'k wil steeds winnen

maar dan die cruciale tegenslag
de noodkreet van een vriend
pas op de plaats, pas op m'n tellen
ik weet wat hij me wil vertellen
alleen zijn blik, alleen zijn stem
ik ben oog en oor voor hem

geen droomdebuut
niet op een draf
geen trammelant
oogkleppen af
ik ben opeens
opnieuw begonnen
niks verloren
zoveel gewonnen

ik ratel niet, want ik luister
met argusogen in het duister
niet meer vragen wat hij me vroeg
een stille hint is al genoeg
alleen zijn blik, alleen zijn stem
ik ben oog en oor voor hem

ik doe wat mij niet eerder lukte
dwars door al die kouwe drukte
vang ik zijn blik, hoor ik zijn stem
ik ben oog en oor voor hem