Neerlands Hoop
Neerlands Hoop - That's Soul/Fazant met zuurkool lyrics
Your rating:
Hey, white man, I don’t see you, man But I know you’re there: I smell it Let me tell you of my drams, man Because I’ve got dreams to remember I was dreaming: Me standing here And you sitting there and he sitting over there And now I know some dreams come true Let me tell you about my second ream I was standing in the streets And I was singing my soul out Because I ain’t got no money And I ain’t got no bread And I ain’t got no vegetables I even ain’t got no cookies Let me tell you So I was just standing there singing My grandfather was a sewing machine My father was a sewing machine But I am a singer Let me tell you And I was singing I didn’t collect any money So I said: Hey white man, You got the money for me, man I’s singing When evening is there, we share Buddy said o.k. And i started singing all day And when evening was there I said: Hey, white man Give me my share, man Hey, hey, where are you, man But he was gone Let me tell you about my third dream I dreamt it was raining, it was a wet dream And all around people, people with black umbrellas White people And nobody wanted to shelter me And then this white man came along A white man with a white umbrella And he was coming closer and closer and closer And when he was there it stopped raining Let me tell you about my fourth dream I dreamt about a ghetto And the times weren’t what they used to be Uncle Tom had moved to the suburbs Angela was in prison again And there was no more fun Because all Kennedy’s were killed And Wallace was riding around in a two wheels driver So, I saw these children playing with old furniture And then I had a vision of a black man with black glasses And a white stick And I knew it was me It was me So I said come on children, come on and follow me And there we walked and we walked to L.A. And we walked to Little Rock and to Detroit And back to Little Rock because I forgot my stick over there And we walked to New York City, we walked to Washington D.C., Alabama We walked, we walked till I had no more soul Under my shoes I’m gonna leave you now, because I forgot about my fifth And I won’t tell you my sixth, I leave you now with my seventh dream I was dreaming Of a dream I dreamt It was a dream In which all my dreams came true But then I dreamt I shook awake And now I know live is only dreaming too I was dreaming Of a dream I dreamt A dream in which all my dreams came true But then I dreamt I shook awake And now I know and he knows it too Because I told him live is only dreaming too Dames en heren, wat wij niet allemaal meemaken in de pauze, daar zou ik u boeiende dingen van kunnen vertellen. Daar zou ik wel uren mee door willen gaan. En ja, wat moet ik nu. Ik ga met mijn typemachine de natuur in. Er zijn nog twee plekjes waar je kunt zitten samen met een typemachine en dan mijmer ik heel langzaam weg. Ik zit dan midden in een groot grasveld en aan de ene kant zie ik hele lange schoorstenen met aan de top een hele lange rooksliert die eindeloos met de wind meegaat en aan de andere kant kijk ik uit op de patiowoning van het geizin de Vries. Mevrouw de Vries heeft ’s morgens om zeven uur haar man uitgewuifd, die op weg ging naar ’t kantoor zeven kilometer verderop en zei zelf dook onmiddellijk weer onder de wol en sliep uit tot elf uur. Dan staat ze op, ze neemt een douche. Ze maakt zichzelf en het bed op. Ze loopt naar beneden, neemt twee geroosterde boterhammen, zet nog een kopje thee van hetzelfde zakje waar haar man die ochtend gebruik van gemaakt heeft. Dan maakt ze het huis aan kant. Ze rolt het grasperkje voor, ze rolt het grasperkje achter en vijf over elf ligt ze uitgeput op de sofa. En om drie over half twaalf heeft ze haar inkopen gedaan, schuift ze het kant-en-klare gerecht in de oven. En om een minuut voor twaalf neemt ze haar eerste sherry, strekt zich uit op de sofa en wacht op haar man die terug zal komen om zes uur dertig Die avond heeft de vrouw ontzettend goed haar best gedaan Dan belt haar man op, dat ie later komt met eten Ze zegt: "O goed", maar denkt: dat kan je wel vergeten De smaak gaat er af, als ik het te lang laat staan Ze draait het gas weer uit. Het is al zeven uur Ze pakt het boek, dat hij voor haar heeft meegenomen En als ze denkt: Nu kan hij ieder ogenblik komen Gaat ze weer terug en zet de pan weer op het vuur Ze ploft terug in haar stoel, pakt het boek weer in haar hand Door de honger wordt ze geeuwerig en loom Tien minuten later schrikt ze wakker uit haar droom Door de stank van fazant met zuurkool die verbrandt Dan gaat de telefoon. Het is opnieuw haar man Dat hij in het spitsuur heeft gezeten En daardoor nog wat later is met eten En zij is blij dat ze nog wat maken kan Ze rent naar de keuken, pakt vlees uit het diepvriesvak Ze houdt van hem, maar heeft de pest aan overwerken En opdat hij straks niks van de stank zal merken Staat het pasgekochte afzuigapparaat op acht Daar is de auto op het pad - ze heeft het net gered Ze pakt zijn jas aan en hij laat haar weten Dat zij die avond, maar alleen moet eten Hij heeft migraine en hij wil meteen naar bed Badoebidoe Tadadada Kedoekoe