Neerlands Hoop
Neerlands Hoop - Daar gaan we dan lyrics
Your rating:
Zaterdag, 28 oktober 1972. Hier gaan we dan, met de oorlog is zo koud nog niet, milieuverontreiniging begint bij jezelf, het jachtleven van Soestdijk, honger, de pest van de jaren zeventig, Black Panters kannibalen óf wereldverbeteraars. En omdat we vanavond tot onze strot in de problemen zitten beginnen we maar meteen met het eerste onderwerp en dat is: "De oorlog". ? Ja, er komt nog heel wat kijken voor zo'n oorlog en die kan ook nog tamelijk lang duren en daarom maar snel door naar ons tweede onderwerp: "De bodemverontreiniging, de luchtverontreiniging, de waterverontreiniging, de geluidshinder, samengevat onder de noemer: milieuhygiëne." Ja, dames en heren, het is een hele toestand in ons kleine landje aan de olie. De waterstanden worden sinds kort weergegeven in millibar. En het enige wat er van de natuur over is, zijn pijnbomen, treurwilgen en kreupelhout. En daar willen wij nu eens iets aan gaan doen. Dat wil zeggen, in ons programma. Want als er wat te verdienen valt zijn wij d'r als de kippen bij. Ik ben eens een dag achter een auto aangelopen en ik moet u eerlijk zeggen, dat valt niet mee. Krengen gaan nog behoorlijk hard. 'k Heb één bekeuring gehad want m'n spatlappen waren niet in orde. Maar voordat ik hier nu op doorga, wil ik u graag eerst even iets vertellen over mijn familie, dan komen we daarna vanzelf wel weer op de luchtverontreiniging. ? 't Is een vrij grote familie. Bestaat uit twee takken: de rijke tak die zich voortbeweegt in grote, glanzende auto's, en de wandelende tak. En daarvan maakt deel uit mijn oom Fonds en dat was het eerste familielid die uit de zwijgende meerderheid is gestapt. Hij kon z'n bek niet houwen. Een man van een grote carrière. Reeds op jeugdige leeftijd werkte ie bij de Spoorwegen. Hij wisselde op z'n zesde. En toen heeft ie een keertje een foutje gemaakt in de buurt van Harmelen en ... toen is ie overgeplaatst naar het gevangeniswezen. Lang heeft het niet geduurd want hij kon de gevangenen niet luchten en toen is ie doorgestuurd naar Soestdijk waar ie jaren gewerkt heeft als kroonluchter. En daar is ie gegrepen door de jacht. Hij mocht een keer mee als fazantendrijver, maar hij was te zwaar. Hij bleef niet drijven. En ... toen mocht ie voor de honden zorgen. Bernhard zou voor de geweren zorgen, kwam op de afgesproken dag aan met de dubbelloopse jachtgeweren en mijn oom kwam aan met een dubbelloopse meute. Eh ... zodat de jacht iets te vroeg inzette. ? Toen dacht mijn oom "Nu moet ik verschrikkelijk ver wegwezen." En toen is ie gegaan naar de kolonies. En daarmee ... wat zeg je? Ja, en toen is ie gegaan naar de ontwikkelingshulp. En daarmee zijn we gekomen aan het derde onderwerp van vanavond: "De honger." Mijn oom schrijft ellenlange brieven uit het ontwikkelingsland. Hij schrijft: "Het ontwikkelen gaat hier nog wel, maar het afdrukken hebben we moeilijkheden mee." De honger is op de gezichten van de mensen af te lezen en het is maar goed dat wij ze geen lezen willen leren. Vroeger vraten ze elkaar op. Dat mag niet meer van ons. En nu zitten ze allemaal op een houtje te bijten. En dat is helemaal niet zo leuk als je een wandelende tak bent. Gelukkig heeft ie nog één kannibalenstam ontdekt. Die hadden nog staan van vroeger een proviandkast met wekflessen. Kwam er zo'n zendeling in het dorp en die zette z'n koffer in het gras en die zei tegen het stamhoofd: "Ik wou morgen graag vroeg beginnen. Kunt u me om zes uur wekken?"? Ach, stond ie om zeven uur in acht flessen op de plank en om half negen zaten de etiketten d'r op en als je die las dan bleek dat ze alleen macrobiotisch aten. Alleen onbevlekte nonnen, onbesneden rabbi's en onbespoten kapucijners. En, zo ziet u maar weer, we hebben pas drie onderwerpen aangesneden en de lach is alweer op onze hand. In een hele oude kroeg, met vier, vette, bruine muren, waar een vrouw een beetje over haar kruk is heen gezakt, staat een neger, die zo stoned is als Stefanus, de eerste Christenmartelaar, met de achterkant van zijn keu, die hij God betere het, vijf stoten geleden voor het laatst gekrijt heeft, te biljarten. En ik vraag hem: "Heb jij wel eens van Jezus gehoord?" "Yeah, man, yeah.", swingde hij terwijl hij het laken tot aan het telmechanisme openreet, zes caramboles noteerde en zonder te betalen het café verliet. 's Avonds laat keerde hij terug met zeven vrienden, allen Black Panters. Wij bleven ongedeerd, maar ik hoorde de keu tegen de ballen zeggen: "Ach, leefde Martin Luther King nog maar."