De dag dat jij terugkomt,
zal ik aan het vliegveld zijn,
dan brengt die Jumbo Jet je weer bij mij.
Ik heb zo lang gewacht en nachten lang aan jou gedacht,
maar het weerzien liefste is nabij.

Weldra, komt de dag dat ik je zeggen mag.
Hoe ik me voelde toen ik hier alleen te dromen lag.
Een blad dat verstuift in de wind,
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.

Een kind dat zijn weg niet meer vindt,
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou,
Een lentebloem die in de schaduw staat,
En van verveling haar kopje hangen laat,
Een vogel die sterft van de kou,
Dat ben ik zonder jou.

Ik weet ook dat de zon die dag op feest zal willen zijn,
Om jou te zeggen welkom bij ons thuis.
Ik weet ook dat er tranen zullen vloeien van geluk,
Als jij me in je armen drukt.

Weldra komt de dag dat ik je zeggen mag,
Hoe ik me voelde toen ik hier alleen te dromen lag.
Een blad dat verstijft in de wind,
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.

Een kind dat zijn weg niet meer vindt,
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.
Een kind dat zijn weg niet meer vindt,
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.
Een lentebloem die in de schaduw staat,
En van verveling haar kopje hangen laat,
Een vogel die sterft van de kou,
Dat ben ik zonder jou.

Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.
Dat ben ik, dat ben ik zonder jou.

Een lentebloem die in de schaduw staat,
En van verveling haar kopje hangen laat,
Een vogel die sterft van de kou...