Kijk hier aan de kop van de tafel
Mijn vader kijkt ernstig
’t Is net of ie boos is
En tot mijn verdriet 
Besef ik 
Opeens weer 
Dat mijn vader dood is

In ’t oor van mijn zusje
Fluister ik 
Bijna onzichtbaar:
‘Misschien weet ie ’t niet’

Kijk daar  
Naar die bank aan het water
Waar ik droom dat ik wakker word
Hier van de rand van de vijver
Ontwaak ik wel meer

’t Regent
’t Regent naar boven
Tot de vijver een boog is
Een goudbruine wolk is
En die verandert dan weer
In het hout 
In het hout van mijn schoolbank
Het moet allemaal over
Tot tandens toe voorbereid
Terug naar de hel

Ik ren
Ik ren door de gangen
Ik ben op zoek mijn schooltas
En je mag hier niet rennen
En dat weet ik ook wel
Kijk
Naar mijn vrienden die lachen
O, duvel met kiespijn
En ik weet dat het overgaat
Als daar mijn vader weer verschijnt
Met zijn hand op mijn schouder

Hij glimlacht verlegen, hij weet
Ik heb hem betrapt
Hij draait zich om en verdwijnt