‘Ach, dank U zeer meneer.
Ach, U bent een echte heer meneer.
Wat zegt U?
Een tafel voor twee,
de schouwburg en dan een souper?
Ach, maar wat een subliem idee.
Ach, en wat een mooi collier.
Uw soort is helaas uit de gratie!
Emancipatie!’
 
Ach, àl die beschaafde meneren,
die zich moeten emanciperen.

-Want helpt hij de vrouw in haar jas,
dan geeft zij een mep met haar tas!-
Ach, àl die macho’s met spieren,
die trainen in goede manieren.
En wat zegt hun sekstherapeut:
‘Geen man die nog psst roept, of fluit.’
Niks te versieren.

‘Ach, en ik verlang soms naar …
Ach, één ordinair gebaar,
maar kerels zo geil als een beer
die zie je toch bijna niet meer!
Ach, één die je niet begrijpt,
Ach, maar in je billen knijpt!
De man denkt aan zijn reputatie!
Emancipatie!’

De mannen van nu zijn zo keurig,
dat maakt mij soms knap sikkeneurig.
En vragen ze mij naar m’n hand,
dan vraag ik hen naar hun verstand.
Het is toch treurig!
 
Ach, wat een lekker dier.
Ach, geef die Boy een bier.
Wat zeg je? Geëmancipeerd?
Maar schat, je begrijpt me verkeerd.
Ach, kom maar met moeder mee.
Ach, schrik je van het idee?
Ik zoek heus geen vaste relatie!
Emanci …Eh … Compensatie!