Koos Speenhoff
Koos Speenhoff - De twee aardige mensen lyrics
Your rating:
Het waren twee aardige mensen Die dachten van niemendal kwaad Zij dachten alleen aan zichzelven Zoals dat gewoonlijk dan gaat Het waren twee aardige mensen Nog zonder verstand en gezond Die hielden zoveel van elkander Alsof er geen wetboek bestond Die ene, die leerde voor dokter Zijn vader had duiten er voor De andere zat voor haar broodje Als schrijfstertje op een kantoor De een, die zat rijk in zijn kleren Droeg vesten en sokken van zij De ander had bijna geen hemd aan En toch was ze dapper en blij Hij wachtte haar op tegen achten Dan had ze gedaan op kantoor Ze sprongen elkaar in de armen En gingen er zingend vandoor Dan kreeg ze een ruikertje rozen Een doosje met zeep, of met reuk En eens gaf hij haar als verrassing Een grappige hoed met 'n deuk Zo werd 't hoe langer hoe mooier Ze hadden voor werken geen tijd Haar penhouder had ze vergeten En hij was zijn leerboeken kwijt Toen huurden ze ergens 'n kamer Omdat er geen uitkomst meer was Daar kregen ze samen 'n kindje En dat kwam volstrekt niet te pas De vader riep: "Aap van 'n jongen Ga gauw bij dat schepsel vandaan En geef haar een bankje van honderd Dan is er de zaak mee gedaan" Toen bleef ze alleen met haar kindje Geen mens die haar hielp in de nood Ze beefde van angst en van schande En maakte d'r kindje toen dood Het waren twee aardige mensen Nog zonder verstand en gezond Die hielden zoveel van elkander Alsof er geen schande bestond De een is gevestigd als dokter En werkt voor een deftig bestaan De ander zucht in 't spinhuis En daar denkt nou niemand meer aan