Karin Bloemen
Karin Bloemen - köln am rhein lyrics
Your rating:
Ze keken naar de kranen in de rotterdamse haven, die traag als grote reigers loerden op een natte prooi. weerspiegeld in het water waren zij alleen maar mooi: twee kleine blonde broertjes stuurden bootjes van papier de hele weg naar ‘t ruhrgebied en helemaal van hier met groetjes en met kusjes naar het verre köln am rhein, want had een duitse losser uit die stad niet zelf gezegd: so weit kann man kaum seh’n, da sind ja alle brüder klein. Een stad vol kleine broertjes, wat een schitterend idee! en ooit dan kwam de boot naar köln am rhein en nam ze mee. daar hoefde je vast nooit naar school en nooit op tijd naar bed, en heus geen boerenkool met worst, maar enkel frieten met. Het groter worden ging vanzelf, met horten en met stoten. de tijd nam hen genadeloos al hun illusies af: de sint en piet, kaboutertjes en, de fee met toverstaf, en dat gehoorzaamheid te allen tijde wordt beloond kon voor ze negen waren alweer worden weggehoond, alsook het respecteren van wat mein ist und was dein, en wie kon nog geloven in een boot die maar niet kwam? dass kölner brüder klein sind könnte auch gelogen sein. Een stad vol kleine broertjes, een bespottelijk idee. dat ooit een boot zou komen en die nam ze zeker mee! de hele wijde wereld is toch veel en veel te klein voor keulen aan de rijn om idioot ver weg te zijn? Een man keek naar de kranen in de rotterdamse haven, die traag als grote reigers loerden op een natte prooi. weerspiegeld in het water was die man alleen maar mooi hij stuurde kleine bootjes van papier naar ‘t ruhrgebied waarheen zijn kleine broertje voer toen die zijn broer verliet, met groetjes en met kusjes aan het verre köln am rhein, waar alle broertjes wonen die te vroeg zijn stukgegaan. so weit kann man kaum seh’n, da sind ja alle brüder klein. er möchte biss zu köln so nah zu seinem bruder sein. (c) Ted van Lieshout / Marnix Busstra