Kadanz

Kadanz - 1958 (Niemand Ging Dood) lyrics

Your rating:

1958 was een heel mooi jaar.
De zomer duurde eeuwig
of verbeeld ik me dat maar?
Achter op de Solex op een wereldreis
Naar de Westerbouwing
De draaimolen de wip en 't ijs.

We woonden in een nieuwbouwwijk
Die barstte van het jonge leven.
De straat was nog vrij.
Twee kevers en een DKW
Was alles wat ons in de weg stond
Op ons speelterrein.

1958 was een bijzonder jaar.
We kregen televisie
Die kreeg een plaats op het dressoir.
Mijn vriendjes wilden altijd wel
Bij ons terecht.
Als het kinderuurtje daar was
Werden ruzies heel snel bijgelegd.

Op maandag rook het huis naar was
Gekookt in een enorme ketel
Zo op het fornuis.
Op zaterdag was ik de klos
Dan werd ik in een teil gewassen
Geen douche in ons huis.

Hoe kon ik weten dat een oorlog had gewoed
Nog zo kort geleden Arnhem bijna doodgebloed.
Verlaten en geplunderd, de binnenstad in puin.
Ik was klein, ik kende geen nood.
Alles nieuw en niemand ging dood.

In 1958 was mijn broer nog thuis
Hij was wel tien jaar ouder
En smeerde brylcream in zijn kuif.
Hij hield van Rock & Roll
En van Brigitte Bardot.
Reed op een Berinin.
Hij was mijn voorbeeld, mij idool.

Op de grens van arm en rijk
Was alle luxe nog een wonder.
De wereld werd groot.
Toch leek die tijd een eeuwigheid
Alsof het altijd zo zou blijven
En niemand ging dood.

1958
Echo's van een verre tijd
1958
Zelfs de foto's raak je kwijt.
Get this song at:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Author: Frans Bakker & Herman Schulte

Composer: ?

Publisher: Masters

Details:

Released in: 1990

Language: Dutch

Appearing on: Van De Wereld (1990) , De Mooiste Ballads 1982-1992 (1992)

Share your thoughts

This form is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

0 Comments found