Jij bent  zo onrustig,
jij bent altijd even weg.
In ‘t echt of in gedachten,
jij bent altijd onderweg.
Jij bent heel je leven
net terug, of weer op weg.
Als je weg bent… wil je hier zijn,
maar als je hier bent… wil je weg.

Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou.
Wil je nog een bier?
Wil je soms wat eten?
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Doe me één plezier
en blijf vanavond eten.
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.

Jij kunt nergens blijven,
jij hebt vrienden onderweg.
Overal en nergens want
als jij je thuis voelt…ga je weg.
Jij schrijft lange brieven,
stuurt me kaarten van ver weg,
waarin je zegt van mij te houden
maar jij bent altijd onderweg.
 
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou.
Wil je nog een bier?
Wil je soms wat eten?
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Doe me één plezier
en blijf vanavond eten.
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
 
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou.
Wil je nog een bier?
Wil je soms wat eten?
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Doe me dat plezier
en blijf vanavond eten.

Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.
Toe nou, toe nou, blijf nou hier.