Ik dacht dat jij de zon was, een fakkel een komeet
Alles wordt stof en as, want ’t is hier te heet
De gloeiende “moteur”, een hete radiateur
De kachel en de lamp, zorgen voor een ramp

HIJG HIJG HIJGEN MAAR, OP DE EVENAAR
HEET HEET HEET TE HEET OP ONZE PLANEET

Voor walvis en potvis, kabeljauw dolfijn
Zeebaars en sprot, mag water frisjes zijn
Pinguïns hebben zorgen, ja, zij hebben prijs
Want vandaag of morgen, smelt daar al hun ijs
  
Wie wacht er op de mei en legt er dan zijn ei
Wie maakt altijd zijn nest ook in oost en west
De winter moest nog komen, daar is de hyacint
Je ziet het aan de bomen en voelt het aan de wind

Als de prei en de ajuin wachten op de sla
Rijpen de tomaten en de paprika 
Zijn ze groen of rood, dat maakt niet veel uit
vrachtwagen en boot gaan toch wereldwijd